Bakkerszout 2.0: meer kalium, magnesium en chloride

2 oktober 2025

In Bakkerszout 2.0 is natrium vervangen door andere mineralen. Het RIVM heeft onderzocht wat de mogelijk nadelige gezondheidseffecten zijn van een te hoge inname van kalium, magnesium en chloride.

 

Gisteren is het RIVM-briefrapport Evaluatie mogelijk nadelige gezondheidseffecten bij gebruik van bakkerszout 2.0; Hogere inname van kalium, magnesium en chloride verschenen.

De meeste Nederlanders krijgen te veel zout (natrium) binnen. Dat kan voor een hoge bloeddruk zorgen, waardoor mensen een grotere kans hebben op hart- en vaatziekten. Daarom stimuleert het ministerie van VWS fabrikanten om minder zout aan voedingsmiddelen toe te voegen. Het gebruik van zoutvervangers kan daar misschien bij helpen.

Een belangrijke bron van zout is brood. In Nederland eten mensen veel brood waardoor zij via dit product relatief veel zout binnenkrijgen. De bakkerijsector wil met een zoutvervanger de hoeveelheid zout in brood, broodvervangers en andere bakkerijproducten verlagen (bakkerszout 2.0). Hierin zit minder natrium, maar meer van de mineralen kalium, magnesium en chloride. VWS gaat beslissen onder welke voorwaarden dat mag. Het RIVM onderzocht daarom of het gebruik van bakkerszout 2.0 negatieve effecten voor de gezondheid heeft.

Er blijkt weinig informatie te zijn over mogelijk negatieve gezondheidseffecten van bakkerszout 2.0. Het lijkt erop dat deze effecten bij gezonde volwassenen niet optreden. Voor bepaalde mensen is de kans op negatieve gezondheidseffecten groter als ze meer kalium binnenkrijgen. Bijvoorbeeld voor mensen van wie de nieren niet goed werken of mensen die bepaalde medicijnen gebruiken, zoals bij hartfalen. Voor anderen, zoals jonge kinderen en zwangere vrouwen, is er te weinig informatie om een conclusie te trekken.

Het RIVM adviseert enkele voorwaarden te stellen als bakkerszout 2.0 en andere zoutvervangers gaan worden gebruikt. Zo is het belangrijk om duidelijk op de verpakking van een voedingsmiddel te vermelden welke mineralen in de zoutvervanger zitten en de hoeveelheid kalium te vermelden. Ook moeten zorgprofessionals en risicogroepen informatie krijgen over de veranderingen. Verder moeten er voedingsmiddelen met weinig kalium beschikbaar blijven voor mensen met een kaliumbeperkt dieet.

Daarnaast adviseert het RIVM te volgen hoeveel van de 3 mineralen mensen binnenkrijgen en welk deel als toevoeging aan voedingsmiddelen. Bovendien is het belangrijk in kaart te brengen in welke voedingsmiddelen zoutvervangers zitten. Ook is meer onderzoek naar mogelijke schadelijke effecten van de 3 mineralen noodzakelijk. Tot slot moet worden uitgezocht aan welke wet- en regelgeving het gebruik van zoutvervangers moet voldoen.

Bron: RIVM

 

 

Meer informatie een te lage en een te hoge natrium-, kalium-, magnesium- en chloridestatus, zie:

 

 

Gerelateerd nieuws:

 

Overige informatie

Bronnen

Reacties

Zelf een reactie toevoegen

De velden gemarkeerd met een * zijn verplicht.