In Nederland is het niet toegestaan om zink toe te voegen aan levensmiddelen. Het RIVM adviseert om dit verbod niet op te heffen.
Het is in Nederland niet toegestaan om zink aan levensmiddelen toe te voegen. Dat is verboden omdat de hoeveelheid zink die mensen nodig hebben dicht bij de hoeveelheid ligt die als veilig maximum wordt gezien. De Europese Food and Safety Authority (EFSA) heeft bepaald hoeveel zink mensen maximaal via voeding mogen binnenkrijgen. Onder deze hoeveelheid zijn er zeker geen schadelijke effecten voor de gezondheid. Daarboven zou dat misschien kunnen. Dat hangt onder andere af van de hoeveelheid die mensen binnenkrijgen en of dat korte of langere tijd duurt.
Het RIVM heeft onderzocht of een algemene ontheffing op het verbod mogelijk was. Anders gezegd: of het mogelijk is om toe te staan dat producenten zink mogen toevoegen aan voedingsmiddelen die door de hele Nederlandse bevolking kunnen worden gegeten. Dit blijkt niet het geval te zijn. Een deel van de Nederlandse bevolking, zowel kinderen als volwassenen, krijgen meer zink binnen via voeding en eventuele supplementen dan het maximum dat EFSA hieraan stelt. Dit komt het vaakst voor bij kinderen. Het is daarom gerechtvaardigd om het verbod te laten bestaan.
Het onderzoek is in opdracht van het ministerie van VWS uitgevoerd en gepubliceerd in Advies algemene ontheffing verrijking van levensmiddelen met zink. Het ministerie neemt het besluit of zij verrijking van voedingsmiddelen met zink in het algemeen zal toestaan, of eventueel onder bepaalde voorwaarden.
Zink zit van nature in heel veel voedingsmiddelen. Doordat zink en koper op een zelfde manier worden opgenomen in het lichaam, zijn ze elkaars 'concurrent'. Daarom kan door een te veel aan zink in het lichaam een tekort aan koper ontstaan. Dit zou de werking van bijvoorbeeld het immuunsysteem kunnen verminderen.
Bron: RIVM
Meer informatie over zink en de relatie tussen zink en koper, zie:
Gerelateerd nieuws:
Bronnen |
|