Ondanks de toename van het aanbod zelftesten in Nederland zijn er nauwelijks gegevens over het gebruik, de impact op de consument en de zorg en de betrouwbaarheid van deze zelftesten.
Dit blijk uit de inventarisatie Aanbod van zelftesten in Nederland van het RIVM.
Zelftesten
Met een zelftest kunnen mensen zelf meer informatie krijgen over hun gezondheid, bijvoorbeeld door de aanwezigheid of kans op een aandoening te testen. Consumenten kunnen dit op eigen initiatief en zonder tussenkomst van bijvoorbeeld een huisarts doen.
Uit het onderzoek blijkt dat er in 2022 minstens 161 verschillende soorten zelftesten te koop waren in Nederland. Het aanbod was divers: van testen voor Q-koorts en HIV tot depressie, autisme of een risico op kanker. Deze testen werden in winkels en online verkocht.
Verschillen in uitvoering, analyse en prijs
Per test verschilt het wie de uitvoering doet (consument of professional), wie de test analyseert, en of er bijvoorbeeld lichaamsmateriaal wordt afgenomen of niet. Ook de prijzen lopen zeer uiteen. Sommige testen zijn gratis, anderen kosten meer dan 500 euro. Verder blijkt dat een klein deel van de zelftesten (gedeeltelijk) in het buitenland wordt uitgevoerd. De consument koopt ze dan via een Nederlandse website, en moet vervolgens zelf naar het buitenland reizen voor een onderzoek of een monster opsturen voor analyse.
Betrouwbaarheid belangrijk
Van een aantal zelftesten is uitvoering door consumenten meer ingeburgerd. Denk aan zwangerschapstesten of bloeddrukmeters. De betrouwbaarheid van bepaalde zelftesten en uitslagen is volgens de onderzoekers een belangrijk punt van aandacht, zoals bij zelftesten voor infecties of DNA-zelftesten. In de reguliere zorg zijn zorgverleners betrokken bij de keuze voor een bepaalde test, de afname, verwerking en interpretatie van de uitslag. Grote delen van dit proces aan de consument overlaten, kan afdoen aan de betrouwbaarheid en tot onduidelijke resultaten leiden.
Weinig gegevens over gebruik zelftesten en impact
Gegevens over het gebruik zijn er nauwelijks, blijkt uit het onderzoek. Wel liet een inventarisatie van het NIVEL onder ruim 1.000 Nederlanders zien dat 13% van de ondervraagden in 2021 een zelftest deed, tegenover 5% in een vergelijkbaar onderzoek uit 2016. In dit RIVM-onderzoek zijn coronatesten niet meegenomen. Doordat er weinig bekend is over het gebruik, is het lastig te achterhalen wat de impact van de zelftesten zijn voor de consument en de zorg.
Zorgvuldige registratie geeft meer zicht op gebruik
De onderzoekers verwachten dat het starten met registreren van het gebruik nuttig kan zijn. Bijvoorbeeld om duidelijkheid te krijgen over wat de vervolgstappen en de impact op de gezondheid van de gebruiker zijn. Een registratiesysteem dat huisartsen al gebruiken biedt hier mogelijkheden voor. Een evaluatie van het gebruik van dit systeem is nog wel nodig.
Bron: RIVM
Meer informatie over de voor- en nadelen van DNA-zelftesten en de betrouwbaarheid van deze testen, zie:
Meer informatie over point-of-care testen (POCT) die door de diëtist worden uitgevoerd, zie:
Gerelateerd nieuws:
Bronnen |
|