De jodiuminname daalt en vooral bij vrouwen moet de jodiuminname niet verder dalen, zo blijkt uit het RIVM-onderzoek.
Om de schildklier goed te laten werken, is het belangrijk dat mensen genoeg jodium binnenkrijgen via voedsel. Het risico op gezondheidsproblemen is klein als de helft van de bevolking meer dan 150 µg/dag binnenkrijgt. In 2020/2021 was dit bij mannen in het noorden van Nederland het geval: de helft van de mannen kreeg meer dan 207 µg/dag binnen. Vrouwen kregen net genoeg jodium binnen. De helft van de vrouwen (18-70 jaar) kreeg meer dan 159 µg/dag binnen. Bij vrouwen van 31-50 jaar was dit slechts 153 µg/dag (zie figuur). Deze hoeveelheid moet niet verder dalen. Dit blijkt uit onderzoek van het RIVM, in opdracht van het ministerie van VWS.
Verder blijkt dat 4-7% van de vrouwen van 31-50 jaar een jodiuminname heeft van < 100 µg/dag. Deze groep verdient extra aandacht.
Daling sinds 2006/2007
Sinds 2006/2007 is de hoeveelheid jodium die mensen binnenkrijgen met een derde gedaald. Omdat jodium in Nederland weinig in de grond zit en daardoor ook in voedingsmiddelen, wordt jodium toegevoegd aan (bakkers)zout. In 2008 is de wetgeving hierover veranderd en wordt er aan brood zout toegevoegd dat minder jodium bevat. Dit is waarschijnlijk een van de redenen waardoor mensen minder jodium binnenkrijgen. Dit is vooral bij zwangere vrouwen een punt van aandacht. Genoeg jodium is namelijk nodig voor de ontwikkeling van het ongeboren kind. Het RIVM beveelt dan ook aan om de komende jaren te blijven volgen hoeveel jodium mensen binnenkrijgen.
Deze onderzoeksresultaten zijn te lezen in het onderzoeksrapport Jodiuminname van volwassenen in Noord Nederland in 2020-2021 en trend sinds 2006-2007.
Bron: RIVM
Bekijk het Nieuwsdossier Jodium voor meer informatie over jodium.
Gerelateerd nieuws:
Bronnen |
|