Uit onderzoek blijkt dat de helft van de patiënten die ernstig gewond (maar in een goede voedingsstatus) wordt opgenomen op de intensive care ondervoed raakt.
Dit blijkt uit het promotie-onderzoek Measurements of nutritional status and impact of malnutrition in polytrauma patients van Esmee Verheul die op 28 oktober 2025 promoveert aan de Universiteit Leiden. Ondervoeding bij patiënten met ernstig trauma zorgt voor een verhoogd risico op complicaties.
50% ontwikkelt ondervoeding op IC
Via een observationele studie wilden de onderzoekers de prevalentie en incidentie is van ondervoeding bij ernstig gewonde patiënten achterhalen. Hiervoor beoordeelde ze de gegevens van 100 patiënten (ouder dan 18 jaar) van 5 traumacentra in Nederland en Amerika. De deelnemende patiënten waren met ernstige verwondingen opgenomen op de intensive care (IC) voor minimaal 48 uur. Bij opname was 12% van de deze patiënten al ondervoed. Van de patiënten met een goede voedingstoestand bij opname, ontwikkelde 50% gedurende de IC-opname ondervoeding. En nog eens 20% ontwikkelde ondervoeding gedurende de ziekenhuisopname nadat ze van de IC overgegaan waren naar een klinische afdeling. De onderzoekers zagen dat patiënten die ondervoed waren of werden meer risico op het ontwikkelen van complicaties.
Voedingstherapie
Bij 89% van de patiënten werd volgens ESPEN-richtlijnen (par)enterale voeding gestart binnen 48 uur. Redenen om niet binnen 48 uur met (par)enterale voeding te starten waren: septische shock (n = 1), maagretentie (n = 2) of nuchterbeleid (n = 5). Bij deze 8 patiënten werd (par)enterale voeding gestart tussen 48 en 96 uur na opname. Van alle patiënten kreeg 19% binnen 48 uur volledige (par)enterale voeding en 14% voldeed niet binnen 7 dagen aan de energiebehoefte. Deze getallen konden echter niet statistisch significant gerelateerd worden aan patiënten die ondervoed waren of ondervoeding ontwikkelden en de patiënten die goed gevoed bleven.
Hypermetabole toestand
De onderzoekers veronderstellen dat de hypermetabole katabole toestand na een ernstig trauma niet voldoende kan worden gecompenseerd. Dit kan leiden tot verslechtering van de voedingstoestand, zelfs met adequate voedingstherapie. Bovendien melden ze dat de onvermijdelijke vastenperiode vóór de operatie en de daaruit voortvloeiende acute faserespons na de operatie polytraumapatiënten uitzonderlijk vatbaar maken voor ondervoeding.
Bepalen lichaamssamenstelling en wijziging in metabolieten en vitamines
Met een buik CT-scan kan de lichaamssamenstelling worden bepaald. Dit blijkt niet gerelateerd te zijn aan ondervoeding op de IC bij opname en op dag 5. Wel blijkt een lage spierdichtheid en een grote hoeveelheid buikvet gerelateerd aan een verhoogd voedingsrisico bij patiënten met ernstig trauma.
In het onderzoek waren hoge concentraties van verschillende soorten triglyceriden en lage concentraties van andere lipoproteïne onderdelen gerelateerd aan (het risico op) ondervoeding in polytrauma patiënten op de intensive care (IC). Daarnaast waren verschillende metabolieten die betrokken zijn in onder andere de homocysteïnecyclus en het spiermetabolisme en ook verschillende ketonlichamen gerelateerd aan ondervoeding.
Deze lipoproteïnen en metabolieten zouden mogelijk nieuwe biomarkers kunnen zijn voor ondervoeding. Door meer kennis over de metabole processen in het lichaam zou adequate voedingsondersteuning eerder gegeven kunnen worden en daarmee de zorg voor polytrauma patiënten op de IC verbeterd kunnen worden.
Onderzoek naar de vetoplosbare vitamines A, D en E laat een stijging zien gedurende opname omdat deze vitamines gesuppleerd worden. Deze vitamines zijn niet gerelateerd aan ondervoeding. Wel blijkt dat de vitaminestatus niet optimaal is.
Herkenning noodzakelijk
Het tijdig herkennen van een niet optimale voedingstoestand en het beoordelen van de voedingsbehoefte kan waardevol zijn voor het optimaliseren van de klinische uitkomsten bij traumapatiënten. Volgens de onderzoekers is vervolgonderzoek nodig om aan te tonen of voedingsinterventies ervoor zorgen dat ondervoeding en de daarmee samenhangende complicaties voorkomen kunnen worden.
Gerelateerd nieuws: