Uit onderzoek van het Nederlands Olympisch Comité en DSM blijkt dat 70% van de Nederlandse topatleten een te lage of deficiënte vitamine-D-status had.
Het onderzoek werd geleid door Prof. Lisette de Groot van de Wageningen Universiteit en is onlangs gepubliceerd in de European Journal of Clinical Nutrition.
Het bloed van 128 topatleten (54 mannen en 48 vrouwen) werd onderzocht.
30% van de atleten had aan het eind van de winter een adequate vitamine-D-status (> 75 nmol/l).
Bij 70% was de vitamine-D-status echter insufficiënt (50-75 nmol/l) of deficiënt (< 50 nmol/l). 34% had een deficiënte vitamine-D-status.
In een gerandomiseerde, dubbelblinde studie ontvingen de topatleten vervolgens een vitamine-D-supplement met 10 µg (400 IE), 25 µg (1.000 IE) of 55 µg (2.200 IE) vitamine D3 per dag gedurende 1 jaar. De topatleten met een adequate vitamine-D-status bij aanvang, ontvingen geen vitamine-D-suppletie. Naast de vitamine-D-suppletie werd ook de vitamine-D-inname via de voeding en de zonlichtblootstelling bepaald.
Suppletie met 55 µg (2.200 IE) vitamine D/dag leidt na 1 jaar tot een adequate vitamine-D-status bij 80% van de topatleten. Bij een vitamine-D-insufficiëntie is een suppletieperiode van 3 maanden vaak voldoende, bij een vitamine-D-deficiëntie is een langere suppletieperiode nodig.
Voor topatleten met een adequate vitamine-D-status is suppletie met 10 µg/dag veelal voldoende om de vitamine-D-status op peil te houden.
Een tekort aan vitamine D kan optimale sportprestaties verhinderen.
Meer informatie over het belang van vitamine D voor sporters en de benodigde vitamine-D-hoeveelheden bij te lage vitamine-D-waarden, zie e-book Alles over Vitamine D.
Gerelateerd nieuws:
| Bronnen |
|