- Met zijn tien geboden eten.
Zonder mes en vork.
- Met de Adamsvorken eten.
Met de vingers eten.
- Hoe zit de vork aan de steel?
Een onduidelijke situatie waar uitleg nodig is.
- Met een vork schrijven.
Een te hoge rekening indienen.
- Men moet niet te veel hooi op zijn vork nemen.
Je moet niet meer werk willen doen dan mogelijk is.
- Een vorkie prikken.
Ergens gaan eten.
- Een goede aardappeleter heeft er altijd drie op het oog: een in zijn mond, een aan zijn vork en een in de pan.
Een handig iemand zorgt dat hij niets te kort komt.
- Vrijen is als soep eten met een vork.
Van vrijen krijg je nooit genoeg.
- Vork en lepel slapen.
Figuur waarin twee mensen in bed kunnen liggen.
Kent u er nog meer, laat het ons dan weten of plaats hieronder direct uw reactie zodat uw aanvulling direct op de site zichtbaar is.
Bekijk het e-book Spreek je uit met voeding.