Spreekwoorden met smaak

1 mei 2013

Hoeveel spreekwoorden en gezegden met smaak in de hoofdrol kent u?
VoedingOnline zette voor u de spreekwoorden en gezegden met smaak op een rij.

 

  • Over smaak valt niet te twisten.
    Over verschil in smaak moet men geen ruzie maken.
  • Dat smaakt als Begijnenkoek / peperkoek.
    Dat smaakt lekker.
  • Dat smaakt naar meer.
    Dat is heel erg lekker.
  • Dat smaakt me tot aan mijn kleine teen.
    Ik vind het heel erg lekker.
  • Er zit kraak noch smaak aan.
    Bijzonder nietszeggend, nietsbetekenend.
  • Ergens de smaak van te pakken hebben.
    Iets heel leuk (of lekker) vinden.
  • Eigen bier smaakt het best.
    Wat je zelf maakt is het lekkerste.
  • Men kan de kat niet van het spek houden, als zij er de smaak van beet heeft.
    Als iemand eenmaal de smaak van iets te pakken heeft, dan doet hij het steeds weer.
  • Te lang vermaak beneemt de smaak.
    Als je iets te langdurig doet gaat de aardigheid eraf.
  • De oude smaakt altijd naar de jonge.
    Zoals men in zijn jeugd is, is men later ook als volwassene.
  • De wijn smaakt altijd naar de stok.
    Afkomst verloochent zich niet.
  • Iedere appel smaakt bomig.
    Kinderen aarden gewoonlijk naar hun ouders.
  • Verboden vrucht smaakt het lekkerst.
    Wat men niet mag doen, doet men vaak juist het liefst.
  • Wie de kern wil smaken, moet eerst de noot kraken.
    Zonder inspanning bereik je niets.
  • Als het kindeke is geboren, hebben de knollen hun smaak verloren.
    Met kerst zijn de knollen niet meer lekker.
  • Hem wel lusten als hij naar koper smaakt.
    Graag op een borrel getracteerd worden.
  • Gestuurd vlees smaakt niet.
    Je moet een man en vrouw niet proberen aan elkaar te koppelen.
  • Wat men het verst haalt, smaakt het zoetst.
    Dingen die van ver komen worden vaak meer gewaardeerd.
  • Hij heeft een kinderachtige smaak in de mond.
    Hij wil een borrel.
  • Hij heeft een smaak in de mond of hij een kinderlijkje heeft gegeten.
    Door teveel drank heeft hij een vieze smaak in de mond.
  • Hij heeft een smaak in zijn mond als een oud wijf.
    Hij heeft een vieze smaak in zijn mond.
  • Erin komen als de smaak in de appel.
    De verliefdheid komt vanzelf bij het volwassen worden.
  • Honger is de beste saus.
    Als je honger hebt smaakt alles.
  • Honger maakt rauwe bonen zoet.
    In tijd van nood smaakt alles.
  • Ergens de zang op hebben.
    De smaak van iets te pakken hebben.
  • Elk zijn meug, zei de boer, en hij at vijgen / hij braadde boter op de tang.
    Iedereen heeft zijn eigen smaak.
  • Geef een ezel haver, hij loopt naar de distels. / Geef een ezel klaver, hij loopt naar de biezen.
    Iedereen heeft zijn eigen smaak.
  • Goesting is koop.
    Over smaak valt niet te twisten.
  • Ieder zijn meug.
    Iedereen heeft zijn eigen smaak.
  • Wat de één niet lust, daar eet een ander zich dik in.
    Niet iedereen heeft dezelfde smaak.
  • Dat is water en melk.
    Dat is eten zonder smaak.
  • Het is of er een engeltje in mijn mond pist.
    Dat smaakt erg goed.
  • Je zoent een asbak.
    Je zoent iemand die rookt en naar tabak smaakt.
  • Het gaat erin als jenever in een stratenmaker.
    Het valt goed in de smaak.
  • Het gaat erin als een preek in een ouderling.
    Het valt goed in de smaak.

 

Kent u er nog meer, laat het ons dan weten of plaats hieronder direct uw reactie zodat uw aanvulling direct op de site zichtbaar is.

 

Bekijk het e-book Spreek je uit met voeding.

 

Overige informatie

Bronnen
  • Apeldoorn C.G.L. & Riet R. van (2003). Spreekwoorden verklaard / Nederlands. Uitgeverij het Spectrum, Utrecht.
  • Laan K. ter & Heidt A.M. (2004). Nederlandse spreekwoorden, spreuken en zegswijzen. Uitgeverij het Spectrum, Utrecht.
  • Mesters G.A. (2002). Spreekwoorden Nederlands. Uitgeverij het Spectrum, Utrecht.
  • Van Dale (2000). Van Dale spreekwoordenboek. Van Dale, Utrecht.
  • Walters N. (2004). Het grote spreekwoordenboek. Rebo Productions, Lisse.

Reacties

Zelf een reactie toevoegen

De velden gemarkeerd met een * zijn verplicht.