10-40% van de ouderen in het ziekenhuis ontwikkelt een delier. Welke voedingskundige maatregelen zijn van belang?
Een delier (ofwel delirium) is een plotselinge verwardheid, soms met hallucinaties en wanen. Het is een ernstige aandoening en komt veel voor bij (oudere) patiënten in het ziekenhuis.
Delier is geassocieerd met diverse korte- en langetermijngevolgen, zoals een langere duur van een ziekenhuisopname, een groter aantal complicaties tijdens verblijf in het ziekenhuis, een toegenomen ziekenhuissterfte en een slechter functioneel herstel van de onderliggende aandoening. Daarnaast is het een voorspeller van cognitieve problemen en leidt het tot een eerdere opname in een zorginstelling en aanzienlijk hogere financiële kosten.
Er zijn diverse factoren die de kans op een delier verhogen. Een aantal factoren zijn niet te beïnvloeden (zoals bijvoorbeeld de leeftijd) maar andere factoren kunnen wel worden beïnvloed.
Op het gebied van voeding en voedingsstatus kunnen ook diverse risicofactoren een rol spelen. Zo kunnen een tekort aan thiamine en vitamine B12 en verstoringen in de vocht-, natrium-, kalium-, calcium-, fosfaat-, magnesium en glucosebalans leiden tot een verhoogd risico op een delier bij ouderen. Dit zijn behandelbare risicofactoren.
Deze verstoringen in de voedingsstatus worden veroorzaakt door de operatie, ziekte en/of medicatie en een vaak al voor de operatie/ziekte niet optimale voedingsstatus.
Het is daarom belangrijk bij ouderen pre- en postoperatief de voedingsstatus te bepalen en te monitoren en zo nodig te suppleren.
Meer informatie over delier: