Spreekwoorden met varkensvlees

1 mei 2017

Hoeveel spreekwoorden en gezegden met varkensvlees in de hoofdrol kent u?
VoedingOnline zette voor u de spreekwoorden en gezegden met varkensvlees op een rij.

 

  • Zo lui zijn als een varken.
    Erg lui zijn.
  • Varkensvlees onder de armen hebben.
    Erg lui zijn.
  • Zo lomp als een varken.
    Erg lomp zijn.
  • Je lijkt op een varken, je gaat tegen de regels in.
    Je bent weerbarstig / eigenwijs.
  • Die kun je kennen uit duizend varkens.
    Een zeer lelijke man.
  • Een vuist hoger dan een varken.
    Iemand die klein is.
  • De luiste varkens krijgen de beste eikels.
    Wie het loon eigenlijk verdiend heeft, krijgt het niet.
  • Ook een blind varken vindt weleens een eikeltje.
    Ook een minder snugger persoon slaat de spijker weleens op z'n kop.
  • Een varken leert nog na zijn dood.
    Na een huisslachting wordt een varken op een leer (ladder) gebonden.
  • Eten als een varken.
    Ongemanierd eten.
  • Varkensdorst hebben.
    Honger hebben.
  • Het varken is vet.
    Er is een goed gedekte tafel
  • Hij lijkt op een varken, hij heeft het geweld in zijn mond.
    Hij heeft veel praats.
  • Schreeuwen als een mager (speen)varken.
    Heel luid schreeuwen.
  • Het feestvarken zijn.
    Diegene zijn voor wie het feest wordt gevierd.
  • Boeren en varkens worden knorrend vet.
    Klagen wil nog lang niet zeggen dat het slecht gaat.
  • Van die boer wil hij geen varkens.
    Geen zaken doen met iemand.
  • Dat slaat als een tang op een varken.
    Een ondoordachte domme opmerking.
  • Hier komt het varken onder zijn magen.
    Hier komt hij bij zijn soortgenoten.
  • Wij zullen dat varkentje wel eens wassen.
    Wij zullen dat moeilijke karwei wel opknappen.
  • Zo dom als het achtereind van een varken.
    Erg dom.
  • Dom volk en varkens laten zich slecht drijven.
    Je kunt weinig bereiken met domme mensen.
  • Wie zich onder de zemelen laat mengen, hem vreten de varkens.
    Men moet de gevolgen van zijn daden dragen.
  • Veel varkens maken de spoeling dun.
    Als je met velen moet delen, krijgt iedereen weinig.
  • Met de varkens mee-eten.
    Zo arm zijn dat men geen goed eten krijgt.
  • Ruige varkens dijen 't beste.
    Wie eet wat hem wordt voorgezet, groeit het beste.
  • Vieze varkens worden vet.
    Varkens (of kinderen) die niet kieskeurig zijn met eten, groeien het hardst.
  • Een rein varken wordt nooit vet.
    Varkens (of kinderen) die kieskeurig zijn met eten, groeien slecht.
  • Hij is het eerste varken na de zeug.
    Hij is overdreven krenterig.
  • Voor een stukje worst geen heel varken in bed willen.
    Geen huwelijk willen aangaan.
  • Ieder varken heeft maar één blaas.
    Terechtwijzing als iemand erg inhalig is.
  • Voor een iemand een varken op een stronk zetten.
    Iets apart, iets wonderlijks doen.
  • Iemand op het varken zetten.
    Iemand in het nauw brengen.
  • Eenieder heeft zijn eigen varkens het hoogst.
    Eenieder heeft de hoogste dunk van zijn eigen bezit.
  • Ik mag er nog wel zijn hè, want de varkens zijn er ook.
    Iemand die van zichzelf vindt dat zij/hij er voor haar/zijn leeftijd nog goed uitziet.
  • Als 't varken zat is, gooit het de bak om.
    Wie zijn doel bereikt heeft, is vaak ondankbaar.
  • Het varken is op een oor na gevild.
    Het werk is haast gedaan.
  • Het gaat hem als een varken, hij doet eerst goed na zijn dood.
    Hij is een (dode) rijke man, die nog nooit iets voor een ander heeft gedaan. (Dus die pas na zijn door (de erfenis) goed doet.)
  • De dochters van molenaars en varkens van brouwers zijn zelden goed.
    Bij molenaars en brouwers heerst welvaart.
  • De pastoor slacht het vetste varken.
    Spottend van een dikke pastoor. De pastoor slacht zelf niet, maar het gebruik was. dat hij van elk geslacht varken het beste deel kreeg. Zo slachtte hij dus het vetste (beste) varken.
  • Hij wil twee ruggen uit één varken snijden.
    Hij is al te begerig.
  • 't Varken is op een oor na gevild.
    De zaak is bijna klaar.
  • Het mes in het varken laten steken.
    Het werk niet afmaken.
  • Het varken is goed gestoken, als het maar leegbloedt.
    De zaak is goed aangekaart; hopelijk is de uitwerking ook goed.
  • Het varken is al door de buik gestoken.
    De zaak is al beklonken.
  • Het is niet voor de varkens gebrouwen.
    Sterke drank is voor alcoholisten.
  • Naar het varken kijken.
    In cafés zonder drankvergunning clandestien in de keuken of het achterhuis een borrel drinken.
  • Een varken heeft wel een krul in zijn staart.
    Zelfs de eenvoudigste man heeft nog wel iets waarop hij trots kan zijn.
  • Het is hier geen Luilekkerland, waar de gebraden varkens met het mes in de rug lopen.
    Er zal hier gewerkt moeten worden.
  • Die een varken ringen wil, moet zich het gieren getroosten.
    Als je een onderneming begint, moet je je niet laten afschrikken door problemen.
  • Hij hangt ertegen als een varken, dat geringd wordt.
    Hij doet het met heel erg veel tegenzin.
  • Die eerst de dochter en dan de moeder vraagt, krijgt het varken bij de oren.
    Als iemand duidelijk tweede keus is, hoeft die persoon jou niet meer.
  • Hij kwam er te pas als een varken in een Jodenhuis.
    Hij was er niet welkom.
  • Hij weet wel wat hij drijft, vooral als hij varkens voor heeft.
    Hij weet wel hoe hij iets moet doen.
  • Hij wil twee ruggen uit één varken snijden.
    Hij wil er dubbele winst uit halen.
  • De varkens staan met de koppen naar Den Bosch.
    Bij een boer die zelf niet slacht, maar alles naar de markt brengt of de beste delen van het geslachte varken aan burgers verkoopt.
  • Ik lust wel van het hele varken.
    Ik lust alles wel.
  • Als een varken niet wil, moet je het een kap opzetten. Dan eet het alles.
    Iets verbloemen, waardoor iemand het wel doet.
  • Zo vet als een varken.
    Erg dik.
  • Zo vadsig als een varken zijn.
    Erg dik, zwaarlijvig zijn.
  • Een vet varken weet niet, dat een mager honger heeft.
    Wie zelf genoeg van alles heeft, denkt niet aan de behoeften van een ander.
  • Bloeden als een varken.
    Erg bloeden.
  • Janken als een varken dat geslacht wordt.
    Erg huilen, gillen.
  • Een gehoor hebben als een varken.
    Een slecht gehoor hebben.
  • Hé dat is een varkensvloek, die moet je bij de beer gaan biechten.
    Reactie op het gebruik van hé.
  • Geen kaantjes willen eten, voor het varken aan de ladder hangt.
    Niet op de zaken vooruit willen lopen.
  • Eerst een hok maken alvorens de varkens aan te schaffen.
    Zorgen voor een huis, voordat je trouwt.
  • Naar het geld stinken als een varkenskont naar de petroleum.
    Iemand die opschept over zijn geld.
  • De boer heeft geen varken, met zo'n naam.
    Tegen iemand met een vreemde naam.
  • Gun de boer dat varken, hij heeft maar dat ene.
    Gun de mens toch zijn plezier.
  • Hij heeft de varkens geschoren.
    Hij is er bekaaid van af gekomen.
  • Zij wil die varkens wel scheren.
    Zij wil er wel gebruik van maken.
  • De een scheert de schapen, de ander de varkens.
    Het (geluk) is in deze wereld ongelijk verdeeld, de een krijgt veel, de ander weinig.
  • Veel geschreeuw, maar weinig wol zei de man die varkens schoor.
    Veel drukte, maar geen resultaat.
  • Al regent het varkens, Jan Salie krijgt er geen borstels van.
    Mensen zonder fut en wilskracht bereiken zelfs onder de gunstigste omstandigheden niets.
  • Als een varken droomt, dan is het van draf.
    Ieder denkt aan wat hem lief en gewoon is / men verloochent zijn aard nooit.
  • Hij is bij de varkens grootgebracht.
    Hij kan zich niet netjes gedragen.
  • Hij is een ijzeren varken.
    Hij is erg sterk.
  • Haren hebben als van een slecht jong varken.
    Stug, blond haar hebben.
  • Zij is een straatvarken.
    Het is een prostituée.
  • Hij jaagt het varken in de ketel.
    Hij wil alles zelf houden.
  • Als jouw kop op een varken stond, zouden ze zeggen het beestje is ziek.
    Als iemand er slecht uitziet.
  • Als het hek van de dam is, lopen de varkens in het koren.
    Als er geen toezicht is springen kinderen (ondergeschikten) uit de band / doet iedereen waar hij zin in heeft.
  • Biggen worden varkens/zwijnen.
    Kleine kinderen worden snel volwassen.
  • Pleiten is als varkensslachten.
    Een pleit kan meevallen, maar ook tegenvallen.
  • De varkens bij de oren vatten.
    Zijn eigendom moet men in bezit nemen.
  • Eerst de koeien, dan de varkens, dan de lopende kinderen, dan pas de baby's.
    Alles in de juiste volgorde.
  • De magerste varkens schreeuwen het hardst.
    Arme of onbeduidende mensen stellen vaak de hoogste eisen.
  • Lege bakken, knorrige varkens.
    Als er geen geld of eten is, ontstaat er al gauw ruzie.
  • Hij knort als een varken bij de volle trog.
    Hij klaagt, terwijl het hem erg goed gaat.
  • De vuilste varkens willen in 't schoonste stro slapen.
    Wie het minste gewend is, stelt de hoogste eisen.
  • Wie een varken is moet in het schot.
    Wie voor het ongeluk geboren is, hoeft geen geluk te verwachten.
  • Doe varkens goed, dan krijg je spek. Doe mensen goed, dan krijg je drek.
    Goede daden worden vaak niet beloond.
  • Twee varkens in één hok groeien naar elkaar toe.
    Man en vrouw hebben vaak dezelfde karaktertrekken.
  • Met Sint Andries worden de varkens vies.
    Met Sint Andries (30 november) kregen de varkens geen eten meer omdat de slachttijd begon.
  • Parels voor de zwijnen gooien. / Rozen voor de varkens strooien.
    Iemand iets geven dat niet aan hem is besteed.
  • Jonge varkens vroeten op harde bodem.
    Kleine kinderen hebben nog weinig verstand.
  • Wat de zeug doet, moeten de biggen ontgelden.
    De kleintjes moeten opdraaien voor de problemen die de groten veroorzaken.
  • Hij is de dertiende big.
    Hij wordt achtergesteld ten opzichte van de anderen.
  • De laatste big uit de mand.
    De laatste dochter uit een groot gezin die de huwbare leeftijd heeft bereikt.
  • Met big zitten.
    In verwachting zijn.
  • Vluchtig gebeerd en toch veel biggen.
    Vluchtig werk kan toch tot goede resultaten leiden.
  • Een zeug met biggen is een betere kweek dan veel kinderen.
    Biggen brengen geld op, maar kinderen kosten geld.
  • Hij sleept strooi mee, hij moet zeker biggen werpen.
    Tegen iemand die een strospier aan zijn kleren heeft hangen.
  • Een troep biggen en een erfenis moet je niet tellen voordat je ze in je zak hebt.
    Niet te zeker zijn van succes in zaken waaraan risico verbonden is.
  • Het geld dat boekweit en biggen opbrengen, moet je niet tellen voordat je het in je zak hebt.
    Het zijn twee riskante zaken voor de boer.
  • Bij het eerste glas een lam, bij het tweede een leeuw, bij het derde een zwijn.
    Door drank kan een zachtaardig mens veranderen tot een bruut.
  • Eerst beneveld door de wijn, dan een ekster, dan een zwijn.
    Als je te veel gedronken hebt, weet je niet meer wat je zegt en gedraag je je ten slotte hoogst onfatsoenlijk.
  • Elk zijn goesting, zei het zwijn, en het rolde hem in het slijk.
    Een onbeschaafde man voelt zich niet thuis in deftig gezelschap.
  • Met Sint Martinus slacht varken en zwijn.
    Sint Martinus (11 november) valt in de slachttijd.
  • Zij gaan als zwijnen aan de bak.
    Zonder te bidden gaan eten.
  • Hij bevindt zich tussen zwijn en big.
    De periode tussen kind zijn en volwassen zijn.
  • Hij heeft zich bekeerd van zwijn tot varken.
    Hij heeft zijn leven verbeterd, maar is dezelfde deugniet gebleven.
  • Als men zijn zwijntje slacht, wordt men kozijn genoemd.
    Als iemand aardig doet tegen iemand die hij niet mag, doet hij dat om er beter van te worden.
  • Hij is een zwijnenvanger/biggenvanger.
    Hij is iemand met O-benen.
  • Hij kan nog geen varken tegenhouden.
    Hij heeft O-benen.
  • Hij is een zwijntjesdief.
    Hij is iemand die fietsen steelt.
  • Iemand een zwijn in het ijs jagen.
    Iemand een rotstreek leveren.
  • Dat is de hamvraag.
    Dat is de belangrijkste vraag.
  • Beter ham zonder mosterd, dan mosterd zonder ham.
    Soms moet je een keuze tussen twee kwaden maken.
  • Hij heeft het hieltje van de ham gekloven.
    Hij heeft al zijn geld opgemaakt.
  • Als we ham hadden, konden we snipperen.
    Antwoord aan iemand die steeds maar bezwaren maakt.
  • Als de boer het spek op heeft, begint hij aan zijn hammen.
    Men neemt eerst het slechtste en bewaart het beste zolang mogelijk.
  • Een houten ham op tafel hebben.
    De armoede niet willen laten zien.
  • Daar hangt de ham ook hoog.
    Als boerenkinderen er slecht uit zien.
  • Het gaat erin als gesneden ham.
    Het gaat erin als koek.

 

Kent u er nog meer, laat het ons dan weten of plaats hieronder direct uw reactie zodat uw aanvulling direct op de site zichtbaar is.

 

Bekijk het e-book Spreek je uit met voeding.

 

Overige informatie

Bronnen
  • Apeldoorn C.G.L. & Riet R. van (2003). Spreekwoorden verklaard / Nederlands. Uitgeverij het Spectrum, Utrecht.
  • Laan K. ter & Heidt A.M. (2004). Nederlandse spreekwoorden, spreuken en zegswijzen. Uitgeverij het Spectrum, Utrecht.
  • Mesters G.A. (2002). Spreekwoorden Nederlands. Uitgeverij het Spectrum, Utrecht.
  • Van Dale (2000). Van Dale spreekwoordenboek. Van Dale, Utrecht.
  • Walters N. (2004). Het grote spreekwoordenboek. Rebo Productions, Lisse.

Reacties

Zelf een reactie toevoegen

De velden gemarkeerd met een * zijn verplicht.