Spreekwoorden met rundvlees

1 januari 2018

Hoeveel spreekwoorden en gezegden met rundvlees in de hoofdrol kent u?
VoedingOnline zette voor u de spreekwoorden en gezegden met rundvlees op een rij.

 

  • Bloeden als een rund.
    Ontzettend veel bloed verliezen.
  • Wat de heer vergund is, is het rund nog niet vergund.
    Wat voor de een is toegestaan, is nog niet voor de ander toegestaan.
  • Een rundercocktail.
    Een glas melk.
  • Hij zocht een rundergebraad en bleef zitten met een halsknook.
    Hij heeft heel lang gezocht naar het allerbeste, maar omdat er steeds minder keus was, heeft hij genoegen moeten nemen met iets veel minders.
  • Je bent een rund als je met vuurwerk stunt.
    Reclameslogan. Wees voorzichtig met vuurwerk, ga er niet mee experimenteren.
  • De koe/stier bij de horens vatten.
    Resoluut aan iets beginnen.
  • Wie de koe toekomt, vat hem bij de hoorns.
    Ieder moet voor zijn eigen zaken opkomen.
  • Ieder moet zijn koeien wachten.
    Iedereen moet voor zichzelf zorgen.
  • Men noemt geen koe bont, of er zit wel een vlekje aan.
    Een slecht gerucht, bevat meestal wel een kern van waarheid.
  • Er is geen koe zo zwart, of er zit wel een vlekje aan.
    Niemand is perfect.
  • Er is geen koe of wijf, of ze heeft een plekje op haar lijf.
    Zelfs de meeste perfecte vrouw heeft wel een klein gebrek.
  • Fluitende meisjes, en loeiende koeien, zijn zelden goeien.
    Meisjes horen niet in het openbaar te fluiten.
  • Een waarheid als een koe.
    Dit heeft geen verdere uitleg nodig, dit spreek voor zich.
  • Als elk zijn werk doet, dan worden de koeien ook gewacht.
    Als iedereen zijn eigen zaken goed regelt, dan gaat alles goed.
  • Er verstand van hebben als een koe die saffraan eet.
    Er geen verstand van hebben.
  • Zo dom als het achtereinde van een koe.
    Erg dom.
  • Daar is geen koe bij overstuur.
    Dat is niet zo erg.
  • Zo lustig zijn als een vogeltje dat koe heet.
    Erg loom zijn.
  • Een koe schijt in een keer meer dan zeven mussen in een jaar.
    Rijke mensen zijn van groter nut dan eenvoudige lieden.
  • Als mijn kat een koe was, kocht ik geen melk meer.
    Dat is een onzinnige vraag.
  • Als onze kat een koe was, kon je haar melken.
    Antwoord aan iemand die steeds maar bezwaren maakt.
  • Hij kijkt als een hond op een zieke koe.
    Hij kijkt sip.
  • Een koe van de klei en een vrouw van de hei, dan kun je boeren.
    Raad aan een boer. De koeien van de klei zijn beter dan die van het zand, maar vrouwen uit de hei kunnen harder werken.
  • Een koe in de lucht!
    Iemands aandacht willen trekken.
  • Een goede koe draagt langer.
    Grapje om het te laat aankomen van iemand te vergoelijken.
  • Vandaag een paard en morgen een koe, en overmorgen ondank toe.
    Een hebberd wil steeds meer van jouw bezit, maar zal nooit dankbaarheid tonen.
  • Met magere koeien en een vet paard is heel het geboer geen donder waard.
    Waar geen eten is voor de koeien en geen werk voor het paard, waar de organisatie niet klopt, gaat het bedrijf ten onder.
  • De beugel wordt groter dan de koe.
    De kosten worden groter dan het profijt.
  • Hij komt van achter de koeien.
    Hij is van het platteland.
  • Liever onder de koeien blijven.
    Niet graag onder de mensen komen.
  • Van achteren kijk je een koe in zijn kont.
    Achteraf is het erg gemakkelijk om kritiek te hebben.
  • Waarom ergens anders melk halen als je thuis een koe hebt.
    Ga niet vreemd en heb je partner lief.
  • Hij kent Frans als een koe Spaans.
    Hij kent er niets van.
  • Hij zit daar als een koe in een gangetje.
    Geen ruimte om te bewegen.
  • Men kan niet weten hoe een koe een haas vangt.
    Soms gebeuren onmogelijke dingen.
  • Het is in de grote niet gelegen, anders zou de koe de haas wel vangen.
    Groot zijn houdt niet in dat men ook sterk of slim is.
  • Een koe door de hals melken.
    Door meer voer menen meer melk te krijgen.
  • Daar waar het gewoon is brengt men de koe naar bed.
    Wat hier vreemd is, is elders heel gewoon.
  • Hij heeft slechts hooi voor één koe.
    Een tweede relatie kan hij zich financieel niet permiteren.
  • De koe trekt de melk op.
    De belofte wordt niet nagekomen.
  • Hij heeft een melkkoe.
    Hij heeft iemand die hem financieel helpt.
  • Wat helpt het, dat de koe een emmer vol melk geeft, en hij schopt het weer om?
    Het is belangrijk dingen goed te overleggen.
  • Als de ene koe biest, licht de andere de staart op / Als een koe blaat, dan blaten ook de anderen.
    Wanneer iemand iets (doms) voordoet, vindt het meteen navolging.
  • Als de koe geen melk meer geeft, raakt ze aan de slager.
    (Oude) mensen waarvan men geen profijt meer kan trekken, worden er keihard uitgegooid.
  • De beste koeien worden op stal gezocht.
    Meisjes die te veel uitgaan zijn meestal geen goede partij.
  • De een mag een koe stelen, de ander mag nog niet in de stal (over het hek) kijken.
    Er wordt vaak met twee maten gemeten.
  • Een koe weet niet waartoe haar staart dient, voor ze die kwijt is.
    Pas als men iets niet meer bezit, weet men het naar waarde te schatten.
  • Eerst een raap, en dan een schaap, en dan een koe, zo gaat het naar de galg toe.
    Wie eens steelt, komt van kwaad tot erger.
  • Er is meer dan een koe die blaar heet.
    Een naam bewijst niet dat men met een zaak iets te maken heeft.
  • Er zijn meer koeien die blaar heten.
    Wees voorzichtig met je oordeel, ook al spreekt de schijn tegen iemand.
  • Men heet geen koe of blaar, zij hebben plek of haar.
    Niemand is perfect.
  • Een vette koe denkt niet, dat een magere moet leven.
    Iemand die zelf overal genoeg van heeft, denkt vaak niet aan de behoeftigden.
  • Koeien die loeien, zijn zelden goeie / koeien die het meest brullen, geven de minste melk.
    Praatjesmakers presteren meestal weinig.
  • Een oude vrouw en een oude koe, die vallen toe, maar een oude man en een oud paard, zijn niets meer waard.
    Een oude vrouw kan soms nog wel wat doen, maar aan een oude man heb je niets dan last.
  • Klein is de rouwe, valt de oude koe dood.
    Als oude mensen sterven, is het verdriet minder.
  • Koop je buurmans koe en trouw je buurmans dochter.
    Zoek je vrouw niet in den vreemde, dan kun je beter beoordelen wat je krijgt.
  • Een koe in de stal en een koe in de kamer krijgen.
    Als een boer een vrouw alleen trouwt vanwege het geld. Hij krijgt wel een koe als bruidsschat, maar vaak een slechte vrouw.
  • Wie de koe koopt, heeft het kalf toe.
    Als je met een zwangere vrouw trouwt, zul je het kind op de koop toe moeten nemen.
  • Zij bij de koeien en hij bij de brij, dat is verkeerde boerderij.
    De man moet de baas zijn over het huis/bedrijf en de vrouw is er voor het huishouden.
  • Een reis van Bontekoe.
    Een reis met veel ontberingen en ongelukken.
  • Melk de koe, maar trek ze niet de spenen af.
    Trek niet zoveel profijt ineens dat je de zaak waar het om gaat kapotmaakt.
  • Veel koeien, veel moeien.
    Wie rijk is, heeft ook veel zorgen.
  • Geen koeien, geen moeien.
    Als je geen bezit hebt, heb je ook niet de zorgen die bezit met zich meebrengt.
  • Het hooi is op en de koe is dood.
    Alles is weg.
  • Het is net berekend gelag: 't hooi op en de koe dood.
    Dat komt bijzonder gelegen.
  • Het doet de boekweit geen scha, als de koeien over het koren lopen.
    Ik vind the niet erg als een ander het beter heeft dan ik.
  • Ik doe het, al lopen de koeien in de kool.
    Ik doe het in ieder geval.
  • Verandering van weide doet de koeien goed.
    Als je aan iets nieuws begint, heb je weer meer plezier in je werk.
  • In andermans weide zijn de vetste koeien.
    Men denkt altijd dat een ander het beter heeft.
  • De koeien eten met vijf monden.
    De wei is zo nat, dat de koeien meer gras vertrappen dan eten.
  • Koeien kunnen wel over een zevenjarige heg poepen.
    Koeien aan de diarree kunnen verradelijk zijn.
  • Wie pleit om een koe, geve liever een toe / Wie pleit om een schaap, verliest een koe / Wie procedeert om een koe, geeft een paard toe.
    Op een proces leg je meestal geld toe.
  • 's Kosters koe mag op het kerkhof weiden.
    Mensen maken gebruik (of misbruik) van de positie waarin ze verkeren.
  • Haal geen oude koeien uit de sloot.
    Praat niet meer over oude meningsverschillen.
  • Iemand koeien met gouden horens beloven.
    Iemand grote rijkdom in het vooruitzicht stellen.
  • Veel koeien op de kop gezien hebben.
    Veel vrijers gehad hebben.
  • Het is als met de koeien van de Farao.
    Er is niets aan te doen.
  • Dat is met hem, als met de koeien van de Farao.
    Met hem kan men niets uitvoeren, doen.
  • Net als de koe van Bakel die had twaalf ossen gevoed en moest zelf nog voor de ploeg.
    Spreekwoordelijke vergelijking. Iemand die op zijn oude dag nog werken moet omdat zijn kinderen niet voor hem zorgen.
  • Als de koeien op het ijs dansen en het warm water regent.
    Nooit.
  • Met de koeien van het ijs af zijn.
    De grootste moeilijkheden achter de rug hebben.
  • Slapen als een os.
    Erg vast slapen.
  • Het gaat hem als een os die in de bijbel kijkt.
    Met onbegrepen wijsheid kom je niet veel verder.
  • Hij is zo wijs als een os, die in de bijbel keek.
    Hij doet of hij veel weet, maar hij weet er juist weinig van.
  • Wat Jupiter mag, mag zijn os nog niet.
    Wat de een mag, mag de ander nog lang niet.
  • De dorsende os zult gij niet muilbanden.
    Een arbeider heeft recht op zijn verdiende loon; waar gewerkt wordt, mag ook gegeten en gedronken worden.
  • Van een os kun je niets verlangen dan rundvlees.
    Verwacht niet te veel van iemand die dom is.
  • Zware klei, zware ossen.
    De bevolking van de kleigronden zijn dom en lomp.
  • Hoe zwaarder klei, hoe dikker ossen; hoe lichter land, hoe lozer lui.
    Mensen uit de kleistreken zijn lomp en dom en mensen uit de veen- en zandstreken zijn slim.
  • Hij krijgt de sleutel van de ossewei.
    Hij is ongetrouwd en dertig en zal dus niet meer snel aan de vrouw komen.
  • Hij gaat van de os op de ezel.
    Hij gaat zonder samenhang van het ene naar het andere onderwerp over.
  • Een os en een ezel dienen niet aan één ploeg.
    Het is beter voor een huwelijk als man en vrouw bijvoorbeeld in stand en vermogen overeenstemmen.
  • Een oude os maakt rechte voren.
    Oude mensen hebben veel levenservaring en levenswijsheid.
  • Men kan een os wel in 't water trekken, maar niet dwingen te drinken.
    Iets waartoe men gedwongen wordt, doet men niet graag.
  • Als een dolle stier tekeergaan.
    Driftig, zonder nadenken handelen.
  • Hij vliegt er op aan als een stier op een opper hooi.
    Hij gaat snel en ondoordacht aan de slag.
  • Reageren als een stier op een rode lap.
    Een overdreven reactie hebben.
  • Zo nijdig als een stier.
    Boos en wraaklustig.
  • Kijken als een stier tegen onweer.
    Zeer stuurs kijken.
  • Hij heeft het land als een stier.
    Hij heeft veel verdriet, voelt zich niet prettig.
  • Als het wil, kan een stier / os kalven.
    Als alles meezit, lukt zelfs het onmogelijke.
  • De stier willen melken.
    Het onmogelijke willen.
  • Zo voorzichtig als een dekstier.
    Onbehouwen, lomp.
  • Als het kalf verdronken is, dempt men de put.
    Als het kwaad geschied is, neemt men pas maatregelen.
  • Het gouden kalf aanbidden.
    Men hangt aan rijkdom.
  • Het is een kalf Mozes.
    Het is een goedaardig mens.
  • Hij is een kalf van een vent.
    Hij is een goedaardige sufferd.
  • Het kalf is groter dan de koe.
    De kosten wegen niet op tegen het te bereiken resultaat.
  • Het kalf is de koe niet waard.
    Het loont de moeite niet.
  • Een kalf kan niet zo hard stoten als een koe.
    Een mindere kan het van een meerdere niet winnen.
  • Het kalf komt bij zijn moeder.
    Alles komt weer goed.
  • Het kalf verkopen.
    Braken (ten gevolge van dronkenschap).
  • Met het kalf van Veghel opbieden.
    Bij het bieden zeven gulden ophogen.
  • Het kalf schijt in de emmer.
    Het mislukt op het laatste moment.
  • Daar worden de kalveren nog wel gedoopt.
    Zo fijn (gelovig) zijn die mensen.
  • Dorsen met een koetje en een kalfje.
    Met een dorsvlegel nu eens hard en dan weer zacht slaan.
  • De kalfjes werden van de wis gesneden.
    Ze sprongen uit de band.
  • Liefde is blind, zei de vrouw, en ze zoende het nuchtere kalf.
    Als je verliefd bent, zie je de slechte dingen van je geliefde niet.
  • In een huidvetterij komen meer kalfsvellen als ossehuiden.
    Er gaan meer kinderen dood dan ouderen.
  • Kalfsvlees, halfvlees.
    Kalfsvlees bevat weinig voedende bestanddelen.
  • Kalfsvlees kan geen pekel verdragen.
    Je moet iemand niet te zwaar belasten met werk.
  • Kalfsvlees kan geen zout verdragen.
    Te jong zijn voor bepaalde zaken.
  • Het kalf moet uit zijn natuur dansen.
    Je moet iemand niet dwingen, zelfs niet tot feesten.
  • Het kalfsvel volgen.
    In het leger gaan.
  • Met andermans kalf ploegen.
    Men bedient zich van de hulp van een ander, maar wendt voor dat het eigen werk is.
  • Over koetjes en kalfjes praten.
    Over onbeduidende zaken spreken.
  • Zo stom als een kalf.
    Erg dom.
  • Zij huppelt als een kalf.
    Zij is dartel en vrolijk.
  • Het gemeste kalf slachten.
    Uit vreugde een royaal feestmaal aanrichten.
  • Bescheten koe, bescheten kalf.
    Zoals de een is, is de ander ook.
  • Haast is nog niet half en een koe is nog geen kalf.
    Als je iets bijna hebt gehad, heb je het helemaal niet gekregen.
  • De koe vergeet maar graag dat ze zelf kalf is geweest.
    Men is geneigd te vergeten dat men zelf ook jong is geweest.
  • Een kalf kan een koe worden, maar een ezel blijft een ezel.
    Zonder aanleg kom je niet ver.
  • Men blijft maar één jaar kalf, maar altijd ezel.
    Iemand doet weleens iets stoms in zijn jeugd, maar domme mensen doen dit hun hele leven lang.
  • Een koe die alleen is, krijgt geen kalf.
    Alleen kan men niet trouwen.
  • Met een dood kalf is het goed sollen.
    Als aan een zaak niets meer te bederven is, kun je er zonder risico mee experimenteren.
  • Waar het kalf verdrinken zal, vindt het zijn sloot gegraven.
    Niemand kan zijn lot ontlopen.

 

Kent u er nog meer, laat het ons dan weten of plaats hieronder direct uw reactie zodat uw aanvulling direct op de site zichtbaar is.

 

Bekijk het e-book Spreek je uit met voeding.

 

Overige informatie

Bronnen
  • Apeldoorn C.G.L. & Riet R. van (2003). Spreekwoorden verklaard / Nederlands. Uitgeverij het Spectrum, Utrecht.
  • Laan K. ter & Heidt A.M. (2004). Nederlandse spreekwoorden, spreuken en zegswijzen. Uitgeverij het Spectrum, Utrecht.
  • Mesters G.A. (2002). Spreekwoorden Nederlands. Uitgeverij het Spectrum, Utrecht.
  • Van Dale (2000). Van Dale spreekwoordenboek. Van Dale, Utrecht.
  • Walters N. (2004). Het grote spreekwoordenboek. Rebo Productions, Lisse.

Reacties

Zelf een reactie toevoegen

De velden gemarkeerd met een * zijn verplicht.