- Mijn naam is haas.
Ik weet niets van die zaak.
- Hij is het haasje.
Hij is degene die gepakt wordt.
- Men kan niet weten hoe een koe een haas vangt.
Hoe een dwaze poging toch kan slagen.
- Er als een haas vandoor gaan.
Snel weg gaan. / Hard wegrennen.
- Haas-op spelen.
Vluchten.
- Het hazenpad kiezen.
Wegvluchten.
- Een aangewezen haas moet je laten zitten.
Daar is iets aan, anders had de tipgever hem al geschoten. Hetzelfde geldt voor een huwbare vrouw op wie men attent wordt gemaakt.
- Ben je door de haas gedekt?
Vraag aan iemand die haast heeft.
- De hazen breken er een been op.
Een slecht geploegd stuk land.
- De haas er bijna uithebben.
Bijna klaar zijn met maaien (de haas kan zich dan niet meer verschuilen en vlucht).
- Een dode leeuw kan door iedere haas aan de baard getrokken worden. / Als de leeuw dood is, kunnen de hazen wel over hem heen huppelen. / Een haas bespringt ook weleens een leeuw, wanneer hij geeft zijn lesten geeuw.
Lafaards worden dapper als het gevaar voorbij is.
- Het is in de grote niet gelegen, anders zou de koe de haas wel vangen.
Groot zijn houdt niet in dat men ook sterk of slim is.
- Hij heeft haas gegeten. / Hazevlees gegeten hebben. / Hazebloed hebben.
Hij is bang. / Hij is een lafaard.
- Hij is zo bang als een haas.
Hij is erg bang.
- Hij is zo vlug als een haas.
Hij is erg vlug.
- Eerst haas vangen, dan bakken.
Je moet het eerst hebben voordat je ervan kunt genieten.
- De haas is graag waar hij geworpen is.
In je geboortestreek voel je je thuis.
- Een haas wil altijd weer naar de streek waar hij geboren is.
Ieder houdt van zijn geboortestreek.
- Een slak op de goede weg, wint het van een haas op de verkeerde weg.
Beter langzaam het juiste doen dan haastig het verkeerde.
- De slak heeft even vlug Nieuwjaar als de haas.
Haasten heeft vaak geen zin.
- Met onwillige honden is īt kwaad hazen vangen.
Met mensen die niet willen, bereikt men niets.
- De kleine honden jagen de haas op, maar de grote pakken hem.
Niet de mensen die het meeste werk verrichten krijgen de grootste beloning, maar degene die het belangrijkste is.
- Veel honden zijn der hazen dood.
Tegen een overmacht is het moeilijk vechten.
- Honden aan de lijn, vangen geen hazen. / Honden op de band vangen geen hazen.
Als je wilt dat iemand iets bereikt, zul je hem vrijheid van handelen moeten geven.
- Als de hond wentelt, kan men daarmee geen hazen vangen.
Wie van het werk afgeleid is, heeft geen resultaat.
- Accorderen als hond en haas.
Slecht met elkaar overweg kunnen.
- Het is hond of haas.
Het is het een of het ander.
- Die de meeste hazen schiet, eet er het minst van.
Slecht beloonde verdiensten.
- Oude hazen kennen de stroppen.
Door ervaring wijs geworden.
- Een oude haas kent alle slopen.
Een ervaren persoon zul je niet snel bedotten.
- Wie op twee hazen jaagt, vangt er geen.
Het is lastig je op twee zaken te concentreren.
- Met trommels is het kwaad hazen vangen.
Je moet niet aan iets onmogelijks beginnen.
- Hij blijft bij zijn woord als de haas bij de trommel.
Hij houdt zich niet aan zijn beloftes.
- Draagt de haas nog altijd zijn zomerkleed, dan wordt het nog lang geen winter.
Weerspreuk.
- Het valt niet mee die haas te stropen.
Het valt niet mee de baas te blijven over een potige vrouw.
- Hazen en konijnen kun je stropen, maar de mensen moet je nemen zoals ze zijn.
Je moet iemand nemen zoals hij/zij is.
- Het te druk hebben met de jacht op geschoten hazen.
Zich bezighouden met onbelangrijke zaken.
- Van kromme haas gebaren.
Zich van de domme houden.
- Weten hoe haasje hoest.
Weten hoe de zaak in elkaar zit.
- Weten waar de haas zijn leger heeft.
Weten waar je moet zijn. / Weten waar de schuldige zit.
- De kerk is geen haas.
De kerk loopt niet weg, ook al kom je te laat.
- Je zou konijnenoren krijgen, ook al was je een haas.
Iets gek of vreemd vinden.
- 'Je wint het, steiloor', zei de boer tegen de haas toen hij hem niet kon krijgen.
Hij kon hem niet te pakken krijgen.
- In de zomer was een kat haas, in de winter is een kat spek.
's Winters waagde een boerenknecht het niet zijn baas tegen te spreken, bang voor ontslag.
's Zomers echter als de boer hem nodig had, durfde de knecht zijn baas wel van antwoord te dienen.
- Daar men 't minst verwacht, springt de haas uit de gracht.
Wees altijd voorbereid op onverwachte wendingen (gebeurtenissen).
- Kijken hoe de hazen lopen.
Voorzichtig te werk gaan, eerst afwachten hoe de verhoudingen blijkten te liggen.
- Weten hoe de hazen lopen.
Weten hoe de verhoudingen liggen.
- Hij is een beunhaas.
Hij is een knoeier. / Hij is iemand die zwart een klus klaart.
Kent u er nog meer, laat het ons dan weten of plaats hieronder direct uw reactie zodat uw aanvulling direct op de site zichtbaar is.
Bekijk het e-book Spreek je uit met voeding.