- Dat is mosterd na de maaltijd.
Dat komt te laat.
- Weten waar Abraham de mosterd haalt.
Er alles van weten.
- Iemand door de mosterd halen.
Iemand berispen.
- Beter ham zonder mosterd dan mosterd zonder ham.
Indien je de keus hebt tussen twee kwade (onaangename) dingen, moet je het minst onaangename (kwade) kiezen.
- Eén steen kan geen mosterd malen.
Als je niet reageert op de agressieve woorden van een ander, ontstaat er ook geen ruzie.
- Een mosterdzaadje wordt weldra een grote boom.
Kleine kinderen worden snel volwassen.
- Dat past als een himphamp op een mosterdmolen.
Dat hoort niet bij elkaar.
- Dat ruikt naar de mosterd.
Dat is van heidenen / Dat is erg duur.
- Hij is zo fijn als gemalen mosterd.
Hij is erg preuts.
- Kiek is geen mosterdzaad, maar de bloei is gelijk.
Niet alles is, zoals je op het eerste gezicht denkt.
- Waar haalde Bartel de mosterd?
Met deze zin snijdt men een verder gesprek af.
- Lachen als een hond die mosterd heeft gegeten.
Hij lacht voor de vorm mee, maar vindt het niet echt leuk.
- Ergens mosterd aan eten.
Ergens geld op toegeven / aan tekort komen.
Kent u er nog meer, laat het ons dan weten of plaats hieronder direct uw reactie zodat uw aanvulling direct op de site zichtbaar is.
Bekijk het e-book Spreek je uit met voeding.