Spreekwoorden met appel

1 juli 2010

Hoeveel spreekwoorden en gezegden met appel in de hoofdrol kent u?
VoedingOnline zette voor u de spreekwoorden en gezegden met appel op een rij.

 

  • An apple a day, keeps the doctor away.
    Elke dag een appel, houdt de dokter op afstand (= gezond).
  • Eat an apple on going to bed, and you'll keep the doctor from earning his bread.
    Door voor het naar bed gaan een appel te eten, blijf je gezond.
  • Het leven is een appelboom, je moet alleen zelf de appels plukken.
    Het leven biedt kansen, maar je moet deze wel grijpen.
  • Zijn oogappel zijn.
    Een heel geliefd persoon zijn.
  • Iemand liefhebben als de appel van zijn ogen.
    Het dierbaarst wat men bezit.
  • Twistappel.
    Geschilpunt.
  • Eén rotte appel in de mand maakt al het gave fruit te schand / Een appel die bedorven is, schendt al wat in de korven is.
    Het wangedrag van één persoon kan de reputatie van anderen schaden.
  • Rotte appels besmetten de goede.
    Wie met slechte mensen omgaat, wordt zelf ook slecht.
  • De appel valt niet ver van de boom (stam).
    Kinderen aarden meestal naar hun ouders.
  • Iedere appel smaakt bomig.
    Kinderen aarden gewoonlijk naar hun ouders.
  • Door de zure appel heen bijten.
    Het onvermijdelijke aanvaarden.
  • Gouden appelen in zilveren schalen.
    Kunst van overtuigend en fraai te spreken.
  • Een appeltje voor de dorst.
    Reservekapitaal.
  • Een appelflauwte krijgen.
    Lichte, meestal geveinsde flauwte.
  • De appelman komt om zijn geld.
    Ziek worden van veel vruchten eten in de herfst.
  • Schone appels zijn ook zuur.
    Schoonheid is niet alleen belangrijk.
  • Wie zichzelf bewaart, bewaart geen rotte appelen.
    Men moet op zijn gezondheid passen.
  • Iets voor een appel en een ei kopen/verkopen.
    Iets goedkoop kopen/verkopen.
  • Appels met peren vergelijken.
    Dingen vergelijken die niet te vergelijken zijn.
  • Dat zijn appels op gouden benen.
    Dat is zeldzaam.
  • Hij is net zo geacht als de rotte appel bij de groenteboer.
    Men moet niets van hem hebben.
  • Wie appelen vaart, die appelen eet.
    Voordelen uit bepaald werk.
  • Een schip met zure appelen.
    Een periode van tegenspoed.
  • Dat is geen appelepap.
    Dat is geen kleinigheid.
  • Dat zijn appelkoekjes.
    Dat is onzin.
  • Hij heeft last van het appelmannetje.
    Hij is ziek omdat hij te veel eet.
  • Hij is gezien als een rotte appel bij de fruitvrouw.
    Hij is niet getapt.
  • Appels voor citroenen verkopen.
    Oneerlijke informatie verstrekken / iemand oplichten.
  • Een appeltje te schillen hebben met iemand.
    Een zaak moeten regelen met iemand.
  • Zelfs in de lekkerste appeltaart zit wel een pit.
    Op alles is wel wat aan te merken.
  • Je vindt geen appel onder een perenboom.
    Zoeken naar het onmogelijke is zinloos.
  • Als de appel rijp is, valt hij (al is 't ook in een moddersloot).
    Huwbare meisjes die overhaast trouwen om maar een man te hebben, komen vaak bedrogen uit.
  • De boom draagt voor zich zelf geen appelen.
    Men leeft niet voor zich zelf alleen.
  • Er rolt een appel uit de kast.
    Er wordt een wind gelaten.
  • Ze heeft appels in de schoot.
    Een ongetrouwd meisje dat in verwachting is.
  • Er wordt in de appels niet gerommeld, van boven aan beginnen.
    Als de vrijer niet de oudste, nog ongetrouwde, dochter ten huwelijk kwam vragen, maar een jongere.
  • Liever een gave appel hebben dan een waar iedereen al in gebeten heeft.
    Liever de eerste vrijer zijn.
  • Met een appel een noot schieten.
    Een grotere zaak aan een mindere wagen.
  • Met een appelboor geboord zijn.
    Zeer gierig zijn.
  • Het is niet altijd kermis, zei de begijn, en ze sneed een appel in vieren.
    Men kan niet altijd royaal zijn.
  • Erin komen als de smaak in de appel.
    De verliefdheid komt vanzelf bij het volwassen worden.
  • Uiteenvallen als een gebakken appel.
    Over iets onbenulligs kwaad worden.
  • Appeltje eitje.
    Met twee vingers in de neus, iets wat je gemakkelijk zo even doet.
  • Iets ruikt appeltjesfris.
    Het ruikt lekker fris.

 

Kent u er nog meer, laat het ons dan weten of plaats hieronder direct uw reactie zodat uw aanvulling direct op de site zichtbaar is.

 

Bekijk het e-book Spreek je uit met voeding.

 

Overige informatie

Bronnen
  • Apeldoorn C.G.L. & Riet R. van (2003). Spreekwoorden verklaard / Nederlands. Uitgeverij het Spectrum, Utrecht.
  • Laan K. ter & Heidt A.M. (2004). Nederlandse spreekwoorden, spreuken en zegswijzen. Uitgeverij het Spectrum, Utrecht.
  • Mesters G.A. (2002). Spreekwoorden Nederlands. Uitgeverij het Spectrum, Utrecht.
  • Van Dale (2000). Van Dale spreekwoordenboek. Van Dale, Utrecht.
  • Walters N. (2004). Het grote spreekwoordenboek. Rebo Productions, Lisse.

Reacties

Zelf een reactie toevoegen

De velden gemarkeerd met een * zijn verplicht.