In 2006 werd de selectietheorie gepubliceerd. Volgens deze theorie krijgen bij een klein vitamine- of mineralentekort de vitamine- of mineralenafhankelijke functies die nodig zijn om de voortplantingsleeftijd te bereiken voorrang boven andere functies in het lichaam. Dit in tegenstelling tot ernstige ondervoeding met grote vitamine- en mineralentekorten waarbij overleven voorrang krijgt boven voortplanting.

Kleine vitamine- en/of mineralentekorten kunnen daardoor bij minder essentiële functies in het lichaam in de loop der tijd leiden tot schade. Dit zou de oorzaak kunnen zijn van verouderingsziekten zoals kanker, hart- en vaatziekten en dementie.

Deze theorie is voor vitamine K en selenium onderzocht. Volgens de Amerikaanse onderzoekers Joyce McCann en Bruce Ames van het Children’s Hospital Oakland Research Institute zijn er aanwijzingen dat voor deze microvoedingsstoffen de selectietheorie wordt bevestigd.

Als uit vervolgonderzoek blijkt dat kleine tekorten van andere vitamines en mineralen hetzelfde effect hebben, dan zou dit kunnen leiden tot een nieuwe strategie voor het vaststellen van de optimale innames voor vitamines en mineralen.