- Beter een half ei dan een lege dop.
Beter iets dan niets.
- Het ei wil wijzer zijn dan de kip / hen.
De kinderen willen het beter weten dan hun ouders.
- Voor een appel en een ei.
Dat kost niet veel.
- Alles is koek en ei.
Alles is in orde.
- Hij slaat ernaar, als een blinde naar een ei.
Zo maar een slag slaan.
- Hij is uit een ander ei gebroed.
Hij is anders.
- Hij is pas uit het ei gekropen.
Hij is nog jong en onervaren.
- Uit hetzelfde ei gekropen.
Precies op elkaar lijken.
- Hij is een blij ei.
Iemand die altijd vrolijk is.
- Ergens ei of kuiken van willen hebben.
De waarheid willen weten.
- Hij heeft altijd een ei of een kuiken.
Hij weet overal een antwoord op.
- Hij heeft het ei met de kip gekregen.
Trouwen met een vrouw die al een kind heeft.
- Daar is het laatste ei nog niet over gelegd.
Dit is nog lang niet het laatste probleem.
- Het ei is gelegd.
Het is klaar.
- Mijn ei is uit.
Ik ben er mee klaar.
- Hij kan zijn ei niet kwijt.
Iets niet onder woorden kunnen brengen.
- Lopen als een kip die haar ei niet kwijt kan.
Onrustig heen en weer lopen.
- Hij/zij ligt daar met eieren.
Hij/zij is daar niet weg te slaan.
- Hij heeft een ei op.
Hij is verlegen.
- Het is heel wat eten aan dat ei.
Het is een hele klus.
- Het is hier goed eieren eten.
Het is hier goed te doen.
- Daar leg ik geen eieren onder.
Daar heb ik geen vertrouwen in.
- Het ei van Columbus.
Een eenvoudige maar zinvolle oplossing.
- Men moet om een ei geen pannenkoek / struif bederven.
Neem om een kleinigheid geen groot risico.
- Met een ei zitten.
Niet weten waar te beginnen.
- Bij haar kan men een ei in haar gat koken / voor haar gat braden.
Zij is erg bang.
- Iemand het ei uit zijn gat vragen.
Indiscrete vragen stellen.
- Een ei uit iemands gat kijken.
Zeer nieuwsgierig zijn.
- Dat is een onzeker ei.
Alles beloven, niets uitvoeren.
- Dit legt mij geen windeieren.
Hier haal ik voordeel uit.
- Wat zou jij grote eieren leggen, als je een ganzenkont had.
Wat zou jij veel uitgeven, als je in goeden doen was.
- Dat is een vuil ei voor een zieke boer.
Dat is een slechte beurt.
- De eieren verloren leggen.
Niet kunnen beslissen.
- Hij heeft zijn eieren verloren.
Iets doen waar je nadeel van ondervindt.
- Wie veel eieren heeft, die maakt veel doppen.
Wie veel geld heeft, kan veel opmaken.
- Een zwarte kip legt ook eieren.
Iemand die minder goed bekend staat, bezit ook goede eigenschappen.
- Zijn ei er ook bij slaan.
Er zich ook mee bemoeien.
- Met Sint Gertrudis legt de kievit zijn eerste ei.
Boerenregel: op Sint Gertrudis (17 maart) wordt het eerste kievitsei gelegd.
- Hij is zo zalig als een ei.
Erg dronken zijn.
- Als dat ei breekt zal het stinken.
Bij het verbreken van die vriendschap komt er veel aan het licht.
- Zij lijken op elkaar als het ene ei op het andere.
Sterk op elkaar lijken.
- Het is daar zo vol als een ei.
Daar kan niemand meer bij, erg vol.
- Zo vol als een ei zijn.
Heel veel gegeten hebben.
- Het zullen kinderen of vuile eieren worden.
Er zullen kinderen of miskramen van komen.
- Eieren of jong.
Kiezen of delen.
- Inzitten over ongelegde eieren.
Zich bezorgd maken over zaken die daartoe geen aanleiding geven.
- Een ei is een ei.
Genoeg is genoeg. Wees tevreden met wat je hebt.
- Een kus zonder baard is een ei zonder zout.
De vrijer moet wat ouder zijn dan de vrijster. Ook: Men moet niet zo jong trouwen.
- Hij komt met zout als het ei op is.
Hij komt te laat met zijn hulp.
- Wie een ommelet wil bakken zal een ei moeten breken.
Wie wat wil bereiken moet soms een offer brengen.
- Als een ei zonder zout.
Niet af, niet kompleet.
- Tel de kuikens niet voor zij uit het ei gekropen zijn.
Reken je niet te snel rijk.
- Kwaad ei, kwaad kuiken.
Kinderen nemen (slecht) gedrag van hun ouders over.
- De boel van eieren maken.
Je maakt er een zooitje van.
- De kip met de gouden eieren slachten.
De bron van inkomsten wordt teniet gedaan door ongeduld.
- Je moet niet al je eieren onder één kip leggen / in één mandje doen.
Beperk de schade door spreiding.
- Hij legt 't ei in andermans nest, net als de koekoek.
Iemand die zich schuldig maakt aan overspel.
- Twaalf eieren, dertien kuikens.
Een meevaller.
- Niet alles kunnen hebben in een ei.
De verwachtingen mogen niet te hoog gespannen zijn.
- Een bij in de mei is zo goed als een ei.
In de meimaand brengen de bijen veel honing naar de korf.
- Een goed ei zetten.
Een meisje flink zoenen.
- Dat is het hele eieren eten.
Zo zit de zaak in elkaar.
- Wel gekakel, geen eieren.
Drukte om niets.
- Die kakelen wil moet ook eieren leggen.
Niet alleen beloven, ook doen!
- Als je wilt dat je kippen eieren leggen dan moet je het kakelen verdragen.
Alles heeft ook zijn minder mooie kant, welke je op de koop moet toenemen.
- Twee hanen in één hok geeft veel gekakel en weinig eieren.
Als er twee bazen zijn wordt er veel gepraat maar is er weinig resultaat.
- Hij blijft op zijn eieren zitten.
Zijn geld niet uitgeven.
- Eieren voor zijn geld kiezen.
Met minder genoegen nemen.
- Zijn eieren goed naar de markt brengen.
Een goed huwelijk sluiten, aangaan.
- Ongelegde eieren zijn onzekere kuikens.
Dat is onzeker.
- Ongelegde eieren zijn moeilijk te tellen.
Op beloften kan niet vast gerekend worden.
- Op eieren lopen.
Kwetsbaar. Voorzichtig zijn.
- Nog een eitje in de ketel hebben.
Iets achter de hand hebben.
- Teveel eieren onder iemand leggen.
Iemand (speciaal een kind) te week behandelen.
- Toch wel eieren kunnen eten, ook al heb je geen kippen.
Seksueel toch wel aan je trekken komen, ook al ben je niet getrouwd.
- Van die boer geen eieren.
Dat pikken we niet.
- De stoutste wezels zuipen de beste eieren.
De grootste durvers krijgen wat ze willen.
- Iedere kraai denkt dat zijn eieren het witste zijn.
Een hoge eigendunk hebben.
- Nooit vindt de hen een schoner ei dan dat het welk zij zelve lei.
Ieder denkt dat zijn kind het mooiste is.
- De eieren laten schrikken.
Eieren na het koken in koud water leggen.
- Een zacht (gekookt) eitje zijn.
Niet daadkrachtig zijn.
- Tik de eitjes op de kop, dan wordt het nooit een flop.
Daadkrachtig zijn.
- Een eitje met iemand te pellen hebben.
Nog een kwestie met iemand moeten bespreken.
- Dat zal hem geen windeieren hebben gelegd.
Daar zal hij wel veel geld mee verdiend hebben.
- Een wijze hen legt weleens een ei in de brandnetels.
Ook de bekwaamsten kunnen zich weleens vergissen (een fout maken).
- Het zijn wel mooie woorden, maar de eenden leggen de eieren.
Zeggen is nog geen doen.
- Sla de eieren in de pan, dan komen er ook geen kwade kuikens van.
Een kwalijke ontwikkeling moet je meteen de kop indrukken.
- Uit gebraden eieren komen zelden kuikens.
Hecht geen geloof aan onwaarschijnlijke beweringen.
- In een ei leven.
Afgesloten leven van de buitenwereld.
- Ik kom niet uit een ei.
Ik zit niet alleen in mijn eigen wereldje, ik weet heus wel wat er om mij heen gebeurt.
- Ik ga er een ei op leggen.
Ik zal er mee aan de slag gaan.
- We maken het niet van eieren.
We maken het niet te gek.
- Appeltje eitje.
Met twee vingers in de neus, iets wat je gemakkelijk zo even doet.
Kent u er nog meer, laat het ons dan weten of plaats hieronder direct uw reactie zodat uw aanvulling direct op de site zichtbaar is.
Bekijk het e-book Spreek je uit met voeding.