- De krenten uit de pap vissen / halen.
Het beste eruit halen.
- Daar lust ik wel pap van.
Dat doe of heb ik heel graag.
- Het zout in de pap niet verdienen.
Erg weinig verdienen.
- Hij is het zout in de pap niet waard.
Hij is een nietsnut.
- Dat is geen appelepap.
Dat is geen kleinigheid.
- Een klontje boter uit zijn pap.
Een deel van zijn vermogen.
- Een stuk boter in de pap / brij.
Een onverwachte meevaller.
- Als de pap geboden wordt.
Als je de kans gegeven wordt.
- Zijn pappenheimers kennen.
Het karakter van zijn aanhangers kennen.
- Dat is hem met de paplepel ingegeven.
Dat is hem zeer jong al ingeprent.
- De pap wordt nooit zo heet / warm gegeten als zij wordt opgediend.
Iets is nooit zo erg als het aanvankelijk lijkt.
- Gaap als je pap wordt geboden / Wie de pap geboden wordt, moet gapen.
Een gunstige gelegenheid moet men niet ongebruikt laten voorbijgaan.
- Geen pap meer kunnen zeggen.
Zeer vermoeid zijn / uitgeput zijn.
- Jij weet niet met wat voor 'n lepel je de pap aan het roeren bent!
Je begeeft je op een gebied waarvan je de gevaren niet inziet.
- Een vinger in de pap hebben.
Inspraak hebben.
- De pap is gestort.
Hier is niets meer aan te doen.
- Die zijn pap stort, kan die niet allemaal weer oprapen.
Als je veel schade hebt aangericht, kun je dat vaak niet meer herstellen.
- Pappen en nathouden.
Het wordt niet grondig aangepakt, maar men moddert maar wat door.
- Het is te laat geroerd, als de pap aangebrand is.
Er wordt vaak pas aktie ondernomen, nadat er iets fout is gegaan.
- Tussen de lepel en de mond valt veel pap op de grond.
Voordat de zaak werkelijk rond is, kan er nog veel misgaan.
- Het komt aan als schaapherderspap.
Het wordt zeer gewaardeerd.
- De boer eet zich ziek aan het spek en eet zich weer gezond aan de karnemelkse pap.
Men kent het middel om de gevolgen van een verkeerde handeling te verhelpen.
- Een gepapte boer en een gesopte os kunnen maar drie uur werken.
Een boer die alleen pap en een os die slechts sop eet, hebben geen kracht.
- Beter de buik gebarsten dan de pap bedorven.
Het eten moet op; er mag niets overblijven dat kan bederven.
- Dominee heeft de pap op; hij rammelt met de lepel in de ketel.
De klok van de protestante kerk luidt.
- Heb ze maar groot en voer ze maar havermoutpap.
Een niet al te tragische wanhoopskreet, bij teleurstelling in de kinderen.
- Als warme pap in een koud buikje.
Geeft uitdrukking aan een aangenaam gevoel.
- Bij de pap blijven waarvoor men zit.
Hetzelfde blijven doen, geen ambitie hebben om vooruit te komen.
- Bij iemand in de pap kunnen schijten.
Zich bij iemand alles kunnen veroorloven.
- Iemand in zijn pap laten schijten.
Zich door iemand laten benadelen.
- In de pap gescheten hebben.
Het verbruid hebben.
- Iemand kunnen missen als koude pap.
Genoeg van iemand hebben.
- Klagen met de pap in de mond.
Zonder reden klagen.
- Huil maar niet, er is genoeg pap.
Tegen iemand die zit te huilen, als er geen reden voor verdriet is.
- Wie pap wil eten moet de lepel niet vergeten.
Zonder gereedschap doe je niet veel.
- Koude rijstepap moet je met suiker warm maken.
Dit slaat op vrijen met een koele vrouw.
- Alle baten helpen, zei de begijn, en zij roerde haar pap met een naald.
Ook een kleinigheidje wil nog wel bijdragen.
- Bij moeders pappot blijven.
Nog bij moeder wonen, terwijl je oud en wijs genoeg bent om zelfstandig te leven.
- Elk zijn meug, zei de man, en hij at de pap van zijn kind uit.
Iedereen heeft zijn eigen smaak.
- Hij moet de pap koelen.
Hij is de degene van de groep die de straf krijgt.
- Iemand de pap in de mond geven.
Iets min of meer voorzeggen.
- Hij heeft vandaag de rechte pap niet op.
Hij zit vandaag niet goed in zijn vel / met het verkeerde been uit bed gestapt zijn.
- Op pap zitten te leven.
In grote armoede leven.
- Als de kat om de hete brij lopen.
Besluiteloos zijn.
- Veel koks bederven de brij.
Liever een die het vak verstaat.
- Veel koks verzouten de brij.
Het gaat verkeerd als iedereen zich er mee bemoeit.
- Het is kwaad brij maken van water alleen.
Zonder de nodige hulpmiddelen kun je niets beginnen.
- Bij moeders brijpot blijven.
Niet zelfstandig gaan wonen.
- Een rijstebrijberg.
Daar moet men zich doorheen werken / Flinke klus.
- Wie bij anderen witte balkenbrij eet, die weet niet wat erin zit.
Wantrouwen met betrekking tot andermans vrijgevigheid.
- Kan de kat ook appelbrij koken?
Hij kan er niets van.
- Als het brij regent, zijn mijn schotels omgekeerd.
Ik heb nooit eens geluk.
- Zit zij bij de koeien en hij bij de brij, dat is verkeerde boerderij.
De man moet de baas zijn over het bedrijf en de vrouw is er voor het huishouden.
Kent u er nog meer, laat het ons dan weten of plaats hieronder direct uw reactie zodat uw aanvulling direct op de site zichtbaar is.
Bekijk het e-book Spreek je uit met voeding.