- De gifbeker leegdrinken.
Negatieve zaken zonder veel weerstand ondergaan.
- Drinken als een Tempelier.
Zuipen.
- Wie zijn zorgen probeert te verdrinken, merkt dat ze goed kunnen zwemmen.
Drank helpt niet bij problemen.
- Iemands bloed kunnen drinken.
Iemand haten.
- Iemand van de bank drinken.
Iemand dronken voeren.
- Iemand onder de bank / tafel drinken.
Meer drinken dan een ander op kan.
- Iedereen praat over mijn drinken, niemand over mijn dorst.
Negatieve aspecten krijgen meer aandacht.
- Het leven is meer dan eten en drinken.
Alleen eten en drinken vult geen leven.
- Eten en drinken is geen beroep / ambacht.
Werken is noodzakelijk om te kunnen leven.
- Eten en drinken houdt lijf en ziel bijeen.
Eten en drinken blijven levensbehoeften.
- Er verdrinken meer mensen in een glas dan in zee.
Drank is erg gevaarlijk.
- Het is een zee om uit te drinken.
Dat is veel werk.
- Wij drinken om te vergeten, maar onze zorgen kunnen zwemmen.
Drinken biedt geen oplossing.
- Een stuk in de hakken drinken.
Zoveel drinken dat men dronken wordt.
- Een stille drinker.
Een onopvallende alcoholist.
- Wie uit de gieter drinkt, krijgt de druppels in het gezicht.
Een gezicht vol oneffenheden.
- Niet spugen in de bron waaruit je drinkt.
Verloochen je afkomst niet.
- Een fles soldaat maken.
Een fles helemaal leegdrinken.
- Een kater hebben.
Beroerd zijn na het drinken van veel alcohol.
- Hij maakt van zijn buik een afgod.
Lekker eten en drinken vindt hij belangrijk.
- De darmen zalven.
Lekker eten en drinken.
- Aan de draad trekken.
Veel drinken.
- Op een droogje zitten.
Ergens vertoeven zonder dat er iets te drinken is.
- Een glas op zijn tijd houdt de mot uit de maag.
Matig drinken is niet ongezond.
- Zijn glas kuisen.
Zijn glas leegdrinken.
- Hij jaagt alles door het halsgat / strot.
Hij maakt alles op aan eten en drinken.
- Lekker kele kost zo vele.
Eten en drinken kost veel geld.
- Voorkom een kater blijf dronken.
Vooral door blijven drinken.
- Tegen de wieg stoten.
Alcohol drinken.
- Van de blauwe knoop zijn.
Geen alcohol drinken.
- Een verdrietig hart is dorstig.
Door liefdesverdriet meer drinken.
- Achter de knopen hebben.
Gedronken of gegeten hebben.
- Hij is niet helemaal brandschoon.
Hij heeft te veel gedronken.
- Hij is crimineel.
Hij heeft te veel gedronken.
- Wie 's nachts uit vissen gaat moet overdag zijn netten drogen.
Als je teveel gedronken hebt ben je de volgende dag niets waard.
- Te diep in het glaasje / de kan gekeken hebben.
Te veel gedronken hebben.
- Zoet gedronken, zuur betaald.
Drankmisbruik kan veel schade aanrichten.
- Men kan een paard (os/ezel) wel in 't water trekken, maar niet dwingen te drinken.
Iets waartoe men gedwongen wordt, doet men niet graag.
- Wie een hoofd van een pintje heeft, moet geen kan willen drinken.
Men moet geen dingen ondernemen die men niet aankan.
- Kalk en steen metselt wel.
Eten en drinken gaan prima samen.
- Koud bier maakt warm bloed.
Door veel bier te drinken, krijg je ruzies.
- Laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij.
Geniet van het leven zoals het nu is.
- Sint-Geertenminne drinken.
Proosten voor het begin van de reis.
- Het brood van tafel drinken.
Zoveel drinken dat er geen geld meer overblijft voor brood.
- Beter een buik van het drinken dan een bult van het sjouwen.
Beter plezierig geleefd, dan zich krom gewerkt.
- Een afzakkertje nemen.
Op het eind een (alcoholisch) drankje gaan drinken.
- Een graantje pikken / kringetje drinken.
Een borrel drinken.
- Een neutje kraken / een wippertje nemen.
Een jenever drinken.
- Een slaapmutsje nemen.
Een jenever drinken voor het naar bed gaan.
- Eerst even indrinken.
Eerst thuis alcohol nuttigen voordat er uitgegaan wordt (om zo de kosten te drukken).
- Gaan afpilsen.
Als besluit van de avond nog een paar pilsjes drinken.
- Gaan bieren / pilsen / tanken.
Veel bier gaan drinken.
- Het is beter gedronken en bedorven, dan niet gedronken en toch gestorven.
Je kunt maar beter van het leven genieten, ook al is drank niet goed.
- Hij is zo dronken als een snip.
Hij is erg onder invloed van alcohol.
- Een stuk in de kraag drinken.
Veel alcohol drinken.
- Een bakkie troost.
Een kopje koffie.
- Het glas is halfvol of half leeg.
Het glas is halfvol: je kijkt naar wat je nog hebt, de mogelijkheden (optimistisch).
Het glas is half leeg: je kijkt naar wat je kwijt bent, de onmogelijkheden (pessimistisch).
- Dat scheelt een slok op een borrel.
Een groot verschil.
Kent u er nog meer, laat het ons dan weten of plaats hieronder direct uw reactie zodat uw aanvulling direct op de site zichtbaar is.
Bekijk het e-book Spreek je uit met voeding.