Spreekwoorden met dranken

1 augustus 2016

Hoeveel spreekwoorden en gezegden met dranken in de hoofdrol kent u?
VoedingOnline zette voor u de spreekwoorden en gezegden met dranken op een rij.

 

  • Bitter in de mond maakt ´t hart gezond.
    Bitter drankje brengt genezing.
  • Bij het eerste glas een lam, bij het tweede een leeuw, bij het derde een zwijn.
    Door drank kan een zachtaardig mens veranderen tot een bruut.
  • Drank is de kurk waarop hij drijft.
    Verslaafd aan de drank, drank is het enige in zijn leven.
  • Iets onder de kurk hebben.
    Alcoholische drank in huis hebben.
  • Er is nog meer drank onder de kurk.
    Er is nog meer drank.
  • Zijn glas kuisen.
    Zijn drankje opdrinken.
  • Wie zijn zorgen probeert te verdrinken, merkt dat ze goed kunnen zwemmen.
    Drank helpt niet bij problemen.
  • Hij is aangeschoten.
    Hij is onder invloed van drank.
  • Als de drank is in de man, is de wijsheid in de kan.
    Alcoholische drank belemmert het denken.
  • Een afzakkertje nemen.
    Op het eind een (alcoholisch) drankje gaan drinken.
  • Hij lijdt aan natte armoede.
    Door drankmisbruik arm geworden.
  • Hij is bij drank.
    Hij is stomdronken.
  • Hij is niet helemaal fris / kaarsschoon.
    Hij is beneveld door de drank.
  • De drank uit zijn bakkes kunnen tappen.
    Iemand met een rode kleur van de drank.
  • Hij is een broeder van de natte gemeenschap.
    Hij is verslaafd aan de drank.
  • Iets in zijn kraag lappen.
    Al zijn geld aan drank besteden.
  • Zijn laatste knoop verzuipen.
    Zo aan de drank verslaafd zijn dat het hele bezit wordt opgedronken.
  • Beter natte voeten dan een droge keel.
    Men is bereid alles te verkopen om maar aan drank te kunnen komen.
  • Gestolen drank is zoet.
    Stiekem verkregen vinden sommige lieden leuker dan eerlijk verdiend.
  • Zoet gedrinken, zuur betaald.
    Drank veroorzaakt heel wat leed.
  • Hij houdt van de fles.
    Hij drinkt graag (sterke) drank.
  • Hij heeft de fles de nek gebroken.
    Hij heeft flink wat drank op.
  • Hij drinkt als trechter.
    Hij consumeert erg veel alcoholische drank.
  • Hij heeft veel ingelapt.
    Hij heeft veel drank op.
  • Er verdrinken meer mensen in een glas dan in zee.
    Drank is erg gevaarlijk.
  • Meer zijn er dood gedronken, dan in zee verdronken.
    Drank veroorzaakt heel wat leed.
  • Een glaasje op de valreep.
    Een laatste drankje ter afscheid.
  • Een roes hebben.
    Onder invloed van drank zijn.
  • Daar steekt de bezem uit.
    Daar wordt overvloedig drank en eten opgedist.
  • Wie zijn grens haalt met drank, weet het alleen de volgende morgen.
    Dat drank slecht kan zijn weet je altijd te laat.
  • Dat gaat er in als het woord Gods bij een oude grijsaard.
    Een drank of etenswaar zeer gulzig verorberen.
  • Drank maakt meer kapot dan je lief is.
    Teveel drank is slecht.
  • Als de drank zinkt, drijven de woorden naar boven.
    Onder invloed van drank zegt men soms vreemde dingen.
  • Een dronk is een zit waard.
    Als iemand je een drankje aanbiedt, moet je er de tijd voor nemen.
  • Een slaapmuts nemen.
    Een alcoholisch drankje voor het slapen gaan.
  • Hij lust zijn natje en droogje wel.
    Hij houdt van drank en eten.
  • Die kastelein schrijft met de riek.
    Die cafebaas zet meer drankjes op de rekening dan werkelijk zijn genuttigd.
  • Een spijker in je kop hebben.
    Hoofdpijn na het nuttigen van veel drank.
  • Het grondsop is voor de goddelozen.
    Je krijgt het laatste restje uit de drankfles.
  • Het is beter gedronken en bedorven, dan niet gedrinken en toch gestorven.
    Je kunt maar beter van het leven genieten, ook al is drank niet goed.
  • Koop ik huizen, dan heb ik steen; koop ik vlees, dan heb ik been; maar koop ik edel nat, dan heb ik wat.
    Je kunt maar beter van het leven genieten, ook al is drank niet goed.
  • Het is voor de varkens gebrouwen.
    Sterke drank voor alcoholisten.
  • Kaart, keurs en kan, bederven menig man.
    Je moet uitkijken voor gokken, vrouwen en drank.
  • Op één been kan men niet lopen.
    Als je één drankje neemt, moet je ook een tweede nemen.
  • Processen, duister en lank, zijn der advocaten spijs en drank.
    Advocaten kosten veel geld en hebben belang bij een lange (en dure) rechtsgang. Het is dus maar de vraag wat je kunt winnen.
  • Vis moet zwemmen.
    Als je vis eet, hoort daar een drankje bij.
  • Vissen hebben een goed leven: ze drinken als ze willen en worden om het gelag niet gemand.
    Drank is erg lekker.
  • Hij ligt voor Pampus.
    Hij heeft teveel gedronken. Pampus was een zandbank voor Amsterdam, waar de schepen van de VOC na de terugreis aankwamen. De veilige thuiskomst van het schip werd door de bemanning met veel drank, eten en vrouwen.
  • Iemand onder tafel drinken.
    Samen met iemand anders alcohol drinken, maar meer drank op kunnen dan de ander (die dus dronken onder de tafel komt te liggen).
  • Iets in zijn kraag lappen.
    Al zijn geld aan drank besteden.
  • Dominee, brand je bekje niet!
    Kijk uit, de koffie (of andere drank) is heet.
  • Hij een godminnende drinker.
    Een geregeld drinker van sterke drank.
  • Na spijs en drank, geef God dank.
    Na het eten moet men een dankgebed uitspreken.
  • Hij heeft een smaak in de mond of hij een kinderlijkje heeft gegeten.
    Door teveel drank heeft hij een vieze smaak in de mond.
  • Ik heb een kinderachtige smaak in mijn mond.
    Ik lust wel een (alcoholisch) drankje.
  • Hij houdt van Wijntje en Trijntje.
    Hij houdt van de drank en van de vrouwen.
  • Een zoute kater zijn gat gelekt hebben.
    Dorst hebben na overmatig gebruik van alcoholische drank daags tevoren.
  • Een goede wever is ook een goede drinker.
    Wevers gebruikten veel sterke drank.
  • Van Zottegem naar Put gaan.
    Aan de drank gaan en eraan sterven.
  • Zo sterk als pompwater.
    Spreekwoordelijke vergelijking. Drank waar te veel water in zit.
  • Van water krijgt men een schone hals.
    Als kinderen zeuren om frisdrank. Drink maar water, want water is gezond.
  • Men moet niet scheiden als heidenen en Turken.
    Voor het vertrek kun je nog wel een drankje nemen.
  • Zij heeft een minnedrankje ingenomen.
    Zij is hevig verliefd.
  • Het is alsof een engeltje over je tong pist.
    Spreekwoordelijke vergelijking. Spijs en drank zijn heel lekker.

 

Kent u er nog meer, laat het ons dan weten of plaats hieronder direct uw reactie zodat uw aanvulling direct op de site zichtbaar is.

 

Bekijk het e-book Spreek je uit met voeding.

 

Overige informatie

Bronnen
  • Apeldoorn C.G.L. & Riet R. van (2003). Spreekwoorden verklaard / Nederlands. Uitgeverij het Spectrum, Utrecht.
  • Laan K. ter & Heidt A.M. (2004). Nederlandse spreekwoorden, spreuken en zegswijzen. Uitgeverij het Spectrum, Utrecht.
  • Mesters G.A. (2002). Spreekwoorden Nederlands. Uitgeverij het Spectrum, Utrecht.
  • Van Dale (2000). Van Dale spreekwoordenboek. Van Dale, Utrecht.
  • Walters N. (2004). Het grote spreekwoordenboek. Rebo Productions, Lisse.

Reacties

29 april 2024 14:17 Manon Verheul
 Spreekwoorden met dranken
Beste Joke, bedankt voor jouw aanmelding. Het spreekwoord is opgenomen.
27 april 2024 20:30 Joke
 Spreekwoord
Als de drank is in de man..is de wijsheid uit de kan.

Zelf een reactie toevoegen

De velden gemarkeerd met een * zijn verplicht.