Sommige planten maken plantengifstoffen (pyrrolizidine-alkaloïden) aan om zichzelf te beschermen tegen natuurlijke vijanden.

Mensen krijgen pyrrolizidine-alkaloïden voornamelijk binnen via kruidenpreparaten, (kruiden)thee, kruideninfusie, voedingssupplementen met kruiden(extracten) en honing.

In het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten wordt aangegeven dat kruidenpreparaten maximaal 1 µg pyrrolizidine-alkaloïden per kg (of 1 µg/l) mogen bevatten.

Inname van pyrrolizidine alkaloïden kan negatieve gevolgen hebben voor de gezondheid van de mens. Bij grote hoeveelheden kunnen deze plantengifstoffen leiden tot acute leverschade. Ook kunnen deze stoffen bij langdurige blootstelling mogelijk kankerverwekkend zijn.

De European Food Safety Autority (EFSA) heeft hierover een rapport Risks for human health related tot the presence of pyrrolizidine alkaloids in honey, tea, herbal infusions and food supplements uitgebracht en waarschuwt voor een te hoog gebruik van pyrrolizidine-alkaloïden.

Daarnaast moeten vooral baby’s en jonge kinderen oppassen met het gebruik van dergelijke producten omdat zij een lagere dosis kunnen verdragen.

In Nederland deed het RIVM in 2014 onderzoek en bracht het rapport Pyrrolizidine alkaloïden in kruidenpreparaten uit.

Kruiden hebben een 'gezond' imago waardoor de laatste jaren het gebruik steeds meer is toegenomen. Ook aan voedingssupplementen worden steeds vaker onnodig (kruiden)extracten toegevoegd.

Als suppletie van vitamines en mineralen nodig is, kunt u het beste een voedingssupplement adviseren die de benodigde vitamines en mineralen bevat.

Het zonder noodzaak gebruiken van (kruiden)extracten in voedingssupplementen kan beter worden ontraden.