Het alfa-galsyndroom is een allergie voor zoogdierenvlees als gevolg van een tekenbeet.
Alfa-gal staat voor galactose-α-1,3-galactose, een koolhydraat dat aanwezig is in de celmembranen van zoogdieren.
Alfa-gal van het zoogdier blijft aanwezig in het speeksel en het maagdarmstelsel van de teek. Als vervolgens een mens door deze teek wordt gebeten, vindt overdracht van alfa-gal plaats. Het immuunsysteem kan hierop reageren door het aanmaken van IgE-afweerstoffen.
Niet alle tekensoorten lokken het alfa-galsyndroom uit. De enige tekensoort in Nederland die sIgE-antistoffen tegen alfa-gal kan opwekken is de teek Ixodes ricinus.
Vervolgens kan een allergische reactie ontstaan na het eten van zoogdierenvlees. Alfa-gal is vooral aanwezig in vlees dat afkomstig is van runderen, varkens, lammeren, schapen of paarden. 'Wit' vlees (zoals van kip en vis) bevat geen alfa-gal.
De kenmerken van een het alfa-galsyndroom zijn jeuk, urticaria (netelroos), luchtwegklachten, maagdarmklachten en soms ook anafylactische reacties, die meestal 2-6 uur na het eten van zoogdierenvlees optreden.
Belangrijk in de behandeling van patiënten met het alfa-galsyndroom is het vermijden van de consumptie van zoogdierenvlees en de preventie van nieuwe tekenbeten. Hoewel het syndroom van voorbijgaande aard is, kan er sprake zijn van een ernstig beloop met een anafylactische shock en soms een fatale afloop.
Voor meer informatie, zie de klinische les over dit onderwerp in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.
Bronnen |
|