Spreekwoorden met het hart

1 juni 2018

Hoeveel spreekwoorden en gezegden met het hart in de hoofdrol kent u?
VoedingOnline zette voor u de spreekwoorden en gezegden met het hart op een rij.

 

  • Aan zijn hart gaan.
    Het zich aantrekken.
  • In hart en nieren.
    Volledig.
  • Bonen die voor 10 mei gezaaid worden, krijgen kwaaie harten.
    Boerenregel.
  • Geen duivel op zijn hart laten barsten.
    Geen blad voor de mond nemen; zeggen wat je op je hart hebt.
  • Zijn geld is aan zijn hart vastgegroeid.
    Hij is gierig.
  • Het geld is hem niet aan zijn hart gewassen.
    Hij is vrijgevig.
  • God kent de harten, maar de duivel kent de kneepjes.
    Er zijn vermoedens van oneerlijkheid.
  • Het hart in het kruintje van zijn kop hebben.
    Verwaand zijn.
  • Alle harten bij jezelf nemen.
    Bij de beoordeling van anderen ook aan zichzelf denken.
  • Als je er geen hart voor hebt, zet er dan het zachte maar voor.
    Niet goedschiks, dan kwaadschiks; het moet toch gebeuren.
  • Hebben ze het niet aan het hart, dan hebben ze het aan hun staart.
    Ze weten, voelen altijd wel iets.
  • Het hart slaat als een rattenkeutel in een moespot.
    Spreekwoordelijke vergelijking. Als men in spannende verwachting verkeert.
  • Iemand zijn hart in de hand geven.
    Het leven benemen.
  • In iemands hart begraven zijn als een boerenkont in een Turks-leren broek.
    In iemands hart gesloten zijn.
  • Kom aan mijn hart, want je ruikt naar jenever.
    Schertsende liefdesverklaring van een drinker aan zijn glas.
  • Het is goed voor de hartworm.
    Excuus als een borreltje wordt genomen.
  • De kleinen hebben de keutel kort bij het hart.
    Kleine personen (vooral kleine vrouwen) zijn gauw kwaad.
  • De koeien eten het hart en de staart op.
    Iemand wil alles hebben, wat nog niet genoeg blijkt te zijn.
  • Er eentje zijn van vijf vingers en een benauwd hart.
    Gauw bang zijn om iets verkeerd te zullen doen; aarzelen voordat beslissingen worden genomen.
  • Wat de vrouw tot het hart komt, komt de man maar aan de knieën.
    De vrouw is veel gevoeliger dan de man.
  • Als kinderen klein zijn, trappen ze op je schoot. Als ze groot zijn (trappen ze) op je hart.
    Grote kinderen, grote zorgen.
  • Over je hart strijken.
    Iets toestaan.
  • Zijn hart is wel goed, maar de omloop deugt niet.
    Hoewel hij best goede plannen heeft, weet hij ze nooit goed uit te voeren.
  • Zijn hart opeten.
    Hij heeft last van onhoudbaar verdriet, afgunst of woede.
  • Zijn hart slaat als een kalverstaart.
    Hij is verliefd.
  • Zijn hart staat in lichterlaaie.
    Hij is tot over zijn oren verliefd.
  • Zijn hart uit zijn lichaam spuwen.
    Overgeven.
  • Zijn hart uitstorten.
    Al zijn gevoelens vertellen.
  • Bitter in de mond maakt het hart gezond.
    Ook wat minder aangenaam is, kan gezond en goed zijn.
  • Dat is een steen / pak / roof van mijn hart.
    Dat is een hele opluchting.
  • Een goed hart is goud waard.
    Je treft niet snel meer mensen met een goed karakter.
  • Een goed hart toedragen.
    Goed kunnen verdragen.
  • Een gouden hart hebben / Een hart van goud.
    Heel aardig / lief zijn.
  • Een hart van steen hebben.
    Geen medelijden met anderen hebben.
  • Van zijn hart een steen maken.
    Geen genade tonen.
  • Een hart van (koeken)brood / peperkoek.
    Zachtaardig persoon.
  • Een hartje zonder zorg.
    Een zorgeloos iemand.
  • Een klein hartje hebben.
    Weinig durven. / Gauw bang zijn. / Snel emotioneel zijn.
  • Een hartje als een boontje hebben.
    Erg gevoelig zijn.
  • Geen hart in het lijf hebben.
    Geen greintje medelijden kennen.
  • Hartzeer van iets hebben.
    Er geestelijk onder lijden.
  • Van die krijg ik het aan mijn hart.
    Die bezorgt mij hartzeer.
  • Heb het hart eens.
    Heb de moed om dat te doen.
  • Een hart hoog dragen.
    Trots zin.
  • Het hart in de schoenen zinken.
    Alle moed en hoop verliezen om problemen op te lossen.
  • Het hart op de goede plaats hebben.
    Een oprecht en menslievend karakter hebben.
  • Het hart op de lippen / tong hebben.
    Over zijn emoties durven praten. / Alles zeggen wat men denkt.
  • Het hart ophalen aan.
    Ergens van genieten.
  • Haar hart ging open als een paraplu.
    Zij was erg verheugd.
  • Iets na aan het hart liggen.
    Er erg mee begaan zijn.
  • Iets niet over het hart kunnen krijgen.
    Ergens niet toe kunnen komen of ergens op gesteld zijn.
  • Iets op het hart hebben.
    Iets te vertellen hebben.
  • Iets ter harte nemen.
    Iets op zich nemen, het zo goed mogelijk doen.
  • Eentje op z'n hart zetten.
    Een borrel drinken.
  • Met de hand op hart.
    Eerlijk en gemeend.
  • Met hart en ziel.
    Met plezier en passie.
  • Om het hart slaan.
    Schrik bezorgen.
  • Mijn hart stond stil.
    Ik schrok hevig.
  • Dat kan mijn hart niet aan / trekken.
    Dat valt mij zwaar.
  • Op het hart drukken / binden.
    Met de grootste nadruk zeggen.
  • Uit het oog, uit het hart.
    De aandacht voor iemand verliezen, als die persoon niet meer in de nabijheid is.
  • Wat het oog niet ziet, wat hart niet deert.
    Wat je niet ziet en niet weet, heb je ook geen last van.
  • Van zijn hart geen moordkuil maken.
    Zijn gevoelens niet opkroppen. / Vrijuit zeggen wat je niet bevalt.
  • Wat het hart vol van is, loopt / vloeit / stroomt de mond van over.
    Waar men heel erg mee bezig is, daar wil men over praten.
  • Zijn hart luchten / uitstorten.
    Iemand over de problemen vertellen die hij bij zich draagt.
  • Zijn hart vasthouden.
    Zich zorgen maken. / Bang zijn dat het mis gaat.
  • Zijn hart verpanden.
    Zich er geheel aan overgeven.
  • Een hart onder de riem steken / Een riem onder het hart steken.
    Iemand moed inspreken.

 

Kent u er nog meer, laat het ons dan weten of plaats hieronder direct uw reactie zodat uw aanvulling direct op de site zichtbaar is.

 

Bekijk het e-book Spreek je uit met voeding.

 

Overige informatie

Bronnen
  • Apeldoorn C.G.L. & Riet R. van (2003). Spreekwoorden verklaard / Nederlands. Uitgeverij het Spectrum, Utrecht.
  • Laan K. ter & Heidt A.M. (2004). Nederlandse spreekwoorden, spreuken en zegswijzen. Uitgeverij het Spectrum, Utrecht.
  • Mesters G.A. (2002). Spreekwoorden Nederlands. Uitgeverij het Spectrum, Utrecht.
  • Van Dale (2000). Van Dale spreekwoordenboek. Van Dale, Utrecht.
  • Walters N. (2004). Het grote spreekwoordenboek. Rebo Productions, Lisse.

Reacties

2 juli 2024 17:16 Manon Verheul-Koot
 Spreekwoorden met het hart
Beste Jaap, bedankt voor jouw aanmelding. Het spreekwoord is opgenomen.
29 juni 2024 14:21 Jaap Schokker
 Uitdrukkingen met 'hart"
Zijn hart verpanden
23 november 2023 8:42 Manon Verheul
 Spreekwoorden met het hart
Bedankt Patrick. De aanvullingen zijn opgenomen.
22 november 2023 17:25 Patrick Slechten
 Late reactie op 'Spreekwoorden met het hart'
Als kinderen klein zijn, trappen ze op je schoot, als ze groot zijn (trappen ze) op je hart > (grote kinderen grote zorgen)
Mijn hart stond stil > (ik schrok hevig)
Dat kan mijn hart niet aan, dat kan mijn hart niet trekken > (dat valt mij zwaar)
Van die krijg ik het aan mijn hart > (die bezorgt me hartzeer)
Van zijn hart een steen maken > (geen genade tonen)
Het hart heeft geen rimpels, enkel littekens (citaat S. Colette)
Een hart van (koeken)brood, peperkoek > (zachtaardig persoon)
Een hart van goud (variant op 'gouden hart')
Een hartje als een boontje hebben > (erg gevoelig zijn)
Haar hart ging open als een paraplu > (zij was erg verheugd)
Eentje op z'n hart zetten > (een borrel drinken)
4 februari 2022 18:01 Manon Verheul
 Spreekwoorden met het Hart
Bedankt Samyn. Wij hebben jouw aanvulling opgenomen.
3 februari 2022 13:32 lieve samyn
 Hart
Een riem onder het hart steken of een hart onder e riem steken (moed inspreken)

Zelf een reactie toevoegen

De velden gemarkeerd met een * zijn verplicht.