Door deze nieuwe simpele bloedtest (sIgE tegen het pinda-eiwit Ara h 2) hoeven nu minder kinderen een voedselprovocatietest in het ziekenhuis te ondergaan, zo blijkt uit het promotie-onderzoek van Francine van Erp. Zij promoveerde op 24 mei aan de Universiteit van Utrecht op haar proefschrift 'Diagnosing food allergy in children, peanuts?'.

Tot nu toe was de best beschikbare test voor voedselallergie een dubbelblinde voedselprovocatietest. Hierbij krijgen kinderen tijdens een dagopname het betreffende voedingsbestanddeel in het ziekenhuis toegediend en kijken artsen of er een allergische reactie optreedt. Veel ouders zien er tegenop om hun kind deze belastende procedure te laten ondergaan omdat er een risico bestaat op ernstige allergische reacties.

Pinda-allergie vaststellen met bloedtest
Bij 62% van de kinderen met verdenking op pinda-allergie kan echter met een simpele bloedtest een pinda-allergie worden aangetoond of uitgesloten. Zij hoeven daarom geen dure en belastende voedselprovocatietest meer te ondergaan.
Bij 38% van de kinderen gaf de bloedtest geen uitsluitsel. Deze kinderen moesten alsnog een voedselprovocatietest ondergaan.

Voedselprovocatietest niet altijd nauwkeurig
Naast het feit dat een voedselprovocatietest duur en belastend is, is de uitslag ervan niet altijd even nauwkeurig: zelfs ervaren artsen trekken vaak verschillende conclusies naar aanleiding van een bepaalde testuitslag. Ook bleek dat bij sommige kinderen, ondanks een negatieve voedselprovocatietest, er toch allergische reacties ontstonden na het eten van pinda’s. Tenslotte lukte het bij 32% van de kinderen met een verdenking op pinda-allergie, ondanks een negatieve voedselprovocatietest, door angstgevoelens niet meer om thuis pinda’s te gaan eten.

Bron: Universiteit Utrecht

Gerelateerd nieuws:

• Vitamine-D-deficiëntie verhoogt risico op allergie bij zuigelingen
• Dubbelblinde test koemelkallergie door JGZ zit nu in basisverzekering